Moen : Natuurpunt : Oude Spoorweg-Vaarttaluds-Orveytbos 8 km of 12 km
near Kwadestraat, Flanders (Belgique)
Viewed 108 times, downloaded 2 times
Itinerary description
27/01/2021
De wandeling van Natuurpunt is te volgen via wandelknooppunten. Starten aan Stationsstraat 116 en de nummers start richting 22-23-49-24-25-26-27-19-20-21-richting 22 voor de start. Voor deze gps-wandeling parkeren we op het einde van de straat 'De Souterrain' in Moen en starten via de Sluislaan, na 100 meter een klein brugje over de gracht waar het pad van Natuurpunt loopt. We doen hier een extra lus bij naar het Oliebergpark, een gebied dat ontstaan is door het verleggen van het tracé van het kanaal en waar men een buurtpark van gemaakt heeft. We doorkruisen het Orveytbos, hier een merkwaardig verhaal, vroeger was hier op het kanaal een 600 meter lange tunnel (souterrain genoemd) waar de schepen 'ondergronds' doorvaarde. Maar in 1970 werd de tunnel weggegraven, de grond/klei naast het kanaal gestort en door de vegetatie is de heuvel uitgegroeid tot groengebied met bos en poelen. Twee oude spoorwegtrajecten, alleen voor wandelaars en onverhard, maken de wandeling des te leuker. Voor wie 12 km teveel is kan aan de sluis (knooppunt 49) gewoon de brug oversteken en aan de beschermde idyllische Sint-Pietersbrug gewoon verder de route volgen, dan is de extra lus naar Oliebergpark dat wegvalt. Westtoer heeft de wandeling van Natuurpunt overgenomen maar in tegenovergestelde richting en te volgen met bordjes (7 km).
Waypoints
Natuurtuin Moen
Gesitueerd in Moen. Dit is een groene oase en toonzaal voor gebruik van natuur in eigen tuin. Privé-tuin en bezoek zijn betalend.
Contactgegevens:
- Natuurtuin Moen
- Keiberg 75 B, 8550 Moen
- Tel: +32 56 64 77 88
- Web: http://www.tov.be/pakket.aspx?id=182101
- begeleider inbegrepen
toegangsprijs: 6 euro
Auteur:
Brouwerij Alvinne
Brouwerij Alvinne probeert steeds innovatief en experimenteel uit de hoek te komen. Dat kan door oude tradities nieuw leven in te blazen (bv rijping op houten vaten), door het gebruik van nieuwe hopsoorten, door over de landsgrenzen heen met begenadigde brouwers samen te werken.
Je kan ter plekke de bieren degusteren wanneer de proefloft open is op woensdag van 12u tot 17u. Brouwerijbezoeken zijn enkel mogelijk wanneer dit voor de brouwerij past. Contacteer de brouwers op voorhand om te zien of er mogelijkheden zijn.
Auteur:
Natuurreservaat De Oude Spoorweg
Het gebied van 5 ha is erkend als Europeees habitatgebied. Het omvat het noordelijke stuk van de vroegere spoorlijn Kortrijk-Ronse die vanaf 1869 door de flank van de Keiberg sneed. Hier groeien planten zoals de meidoornstruik, de boshyacint, de bosanemoon en de spekwortel. De laatste drie zijn relicten van vroegere bossen.
Auteur:
Moen
Moen is gelegen langs het Kanaal Bossuit-Kortrijk, dat de Schelde met de Leie verbindt. De gemeente telt 2746 inwoners en heeft een oppervlakte van 1044 ha.
In een 13e eeuwse kopie van een handschrift uit 988 werd Moen voor het eerst genoemd, en wel als Mulnis. Van 1175 is de oudste originele oorkonde, waar de naam Mosnes werd gehanteerd. De naam zou van mul kunnen zijn afgeleid.
Auteur:
Heemkundig Museum Moen
Je waant je honderd jaar terug in de tijd als je het heemkundig museum van Moen binnenstapt. Je maakt met andere woorden een nostalgische duik in het verleden. Een klaslokaal, winkel en woonkamer zijn er helemaal nagebouwd. Open op afspraak.
Auteur:
Sint-Pietersbrug
Als je een goed beeld wil hebben van hoe een kanaal er in de 19de eeuw uitzag, moet je zeker eens het beschermde Sint-Pietersbrugje gaan bekijken. Het ligt in een erg idyllische omgeving, op een oude arm van het Kanaal Bossuit-Kortrijk.
Het Kanaal Bossuit-Kortrijk verbindt de Schelde met de Leie en dateert uit 1861. Twaalfhonderd arbeiders doen er drie jaar over om de 15,4 kilometer lange bedding uit te graven, vanzelfsprekend volledig met de hand. Er komen ook 18 bruggen, het Sint-Pietersbrugje is er daar één van.
Het eerste wat opvalt als je de site gaat bezoeken, is hoe smal de bedding naar onze normen is - het brugje ligt op een oude kanaalarm, de dimensies zijn dus historisch correct. Het kanaal was oorspronkelijk bedoeld voor schepen tot 300 ton. Ter vergelijking: nu is het bevaarbaar voor schepen tot 1.350 ton.
De Sint-Pietersbrug is relatief zeldzaam: er zijn niet veel 19de-eeuwse exemplaren van ijzeren hefbruggen meer overgebleven.
Ze wordt met de hand bediend, wat veel makkelijker is dan het klinkt: de brugwachter draait aan een rad om ze op te halen, maar door de tegengewichten en de tandwieloverbrenging hoeft hij niet erg veel kracht uit te oefenen.
De brug heeft meer dan honderd jaar dienst gedaan: bij de verbreding in de jaren 1980 komt ze op deze oude kanaalarm te liggen.
Auteur:
Orveytbos
Op het Kanaal Bossuit-Kortrijk gingen de schepen in Moen aanvankelijk even ondergronds: ze moesten een tunnel van 611 meter door. Bij werken aan het kanaal in de jaren 1970 werd die tunnel vervangen door een open vaargeul. Dat leverde 225.000 vrachtwagens klei op, die op een landbouwgebied naast het kanaal gestort werden.
In 1988 werd het 26 hectare grote gebied overgedragen aan het Agentschap voor Natuur en Bos en in 2001 ging het open voor het publiek. Je kan er nu gaan wandelen in een mooi en divers groengebied, met onder meer bos, hooiland, poelen en ruigtes. Shetlandpony's zijn de grasmaaiers van dienst. Je kan het bos verkennen met de Orveyt wandelroute of het wandelnetwerk 'Land van Mortagne'.
Auteur:
Kanaal Bossuit-Kortrijk
Het Kanaal Bossuit-Kortrijk is een kanaal in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het verbindt de Schelde te Bossuit met de Leie te Kortrijk.
Van Bossuit tot de grens met Kortrijk heeft het een gabarit van 1350 ton (klasse IV). Dat stuk telt drie sluizen, namelijk in Bossuit, in Moen en in Zwevegem. De doortocht van Kortrijk bevat drie sluizen die geklasseerd zijn als industrieel erfgoed, met een gabarit van 300 ton. Hierdoor is de verbinding met de Leie voor grotere schepen dan klasse I (spits) onmogelijk.
Vóór de opwaardering naar 1350 ton bevatte het kanaal ook een tunnel (souterrain) op het grondgebied van Moen. Door instortingsgevaar was deze tunnel al jaren buiten gebruik.
Het kanaal wordt vrijwel uitsluitend gevoed met Scheldewater via pompstations te Bossuit en Moen. Via dit kanaal wordt ook Scheldewater aangevoerd naar het drinkwaterproductiecentrum te Harelbeke, waarbij het provinciaal domein De Gavers als buffer- en beluchtingsbekken fungeert.
In 1857 werd er een maatschappij opgericht om het kanaal te graven, en om het voor 90 jaar uit te baten. Op die manier kon men grondstoffen uit Ecaussines, Zinnik en Doornik vervoeren over het water zonder een omweg van 138 kilometer naar Gent te maken. Op 3 oktober 1857 kreeg de aannemer de opdracht om 15,4 kilometer te graven en 11 wachtsluizen te bouwen. Er moesten ook 18 bruggen, een pompstation en 15 woonhuizen voor sluiswachters komen. Het moeilijkste was misschien wel een 611 meter lange tunnel in Moen.
In het begin van de bouw werkten er een honderdtal mijnwerkers uit de Borinage, ongeveer 1.200 mensen per dag werkten aan het kanaal, samen met een veertigtal paarden. Na drie jaar was het bouwen af.
Op 7 februari 1861 werd het kanaal geopend voor de scheepvaart. Er werd een banket georganiseerd in de wintertuin van het Kasteel van Bossuit. Onder meer koning Leopold I was te gast.
Ondanks al deze inspanningen bleek het uitbaten van het kanaal verlieslatend, onder druk van de aandeelhouders werd het op 3 juni 1890 overgenomen door de Belgische Staat.
In 1971 werd het kanaal verdiept en verbreed. De tunnel te Moen werd opengegraven. Het dorpje Bossuit stond door deze werken een bepaalde tijd volledig droog, hierdoor moest de civiele bescherming drinkwater verdelen. Ondanks deze werken sloten toch vele fabrieken in Moen en Zwevegem.
In 1998 werd in het oude pompgebouw van Bossuit een streekbezoekerscentrum ingericht. Men kan er het gerestaureerde gebouw bezichtigen en de pompen.
Auteur:
Orveytbos:
Op het Kanaal Bossuit-Kortrijk gingen de schepen in Moen aanvankelijk even ondergronds: ze moesten een tunnel van 611 meter door. Bij werken aan het kanaal in de jaren 1970 werd die tunnel vervangen door een open vaargeul. Dat leverde 225.000 vrachtwagens klei op, die op een landbouwgebied naast het kanaal gestort werden.
In 1988 werd het 26 hectare grote gebied overgedragen aan het Agentschap voor Natuur en Bos en in 2001 ging het open voor het publiek. Je kan er nu gaan wandelen in een mooi en divers groengebied, met onder meer bos, hooiland, poelen en ruigtes. Shetlandpony’s zijn de grasmaaiers van dienst. Je kan het bos verkennen met de Orveyt wandelroute of het wandelnetwerk ‘Land van Mortagne’.
Auteur:
Sint-Pietershof - La vasta mondo
Auteur:
Aan de straat gelegen hoeve
Langestraat nr. 1. Aan de straat gelegen hoeve, opklimmend tot in de 19de eeuw. Hoeve met herkenbare configuratie aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846).Bestanddelen van rode baksteen onder pannen zadeldaken met vierkante opstelling rond deels verhard erf. Ten noorden het woonhuis van zeven traveeën, zadeldak doorbroken door klokkentorentje. Licht getoogde muuropeningen met bewaard houtwerk en diefijzers. Oostelijke zijgevel met licht getoogde muuropening onder druiplijstje. Ten zuiden, stalvleugel met bewaarde troggewelven en slieten en met aangrenzend poortgebouw getypeerd door vlechtingen in oostelijke zijpuntgevel. Voorheen belangrijkste toegang tot de hoeve cf. verharde weg aangegeven op de Ferrariskaart die van daaruit vertrok. Lage stal ten westen en schuur getypeerd door uilengaten in zijpuntgevels ten oosten. Deels bewaard bakhuisje met aangrenzend nutsgebouw buiten het erf (ten noorden).
Auteur:
Hoeve, gedateerd '1886'
Broekenhoek nr. 1. Hoeve met laat 19de-eeuws uitzicht, gedateerd "1886" cf. verheven baksteenmetselwerk in noordelijke zijpuntgevel van schuur. De site is niet aangeduid op oude kaarten.Aan de straat gelegen hoeve bestaande uit al dan niet gewitte verankerde bakstenen bestanddelen, semi-gesloten opstelling rond verhard erf. Oostelijke erftoegang gemarkeerd door poortgebouw met aansluitend de schuur. Ten noorden, het woonhuis van tien traveeën. Licht getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Stalvleugel ten westen en nutsgebouw ten zuiden.
Auteur:
Hoeve met losstaande bestanddelen
De Klijte nr. 12. Aan de straat gelegen hoeve met laat 19de-eeuws uitzicht. Losstaande bestanddelen van rode baksteen onder pannen zadeldaken, U-vormige opstelling rond een deels gekasseid, deels bekiezeld erf. Site met oudere kern cf. aanduiding op de Ferrariskaart (1770-1778), met herkenbare configuratie weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846).Westelijke erfoprit gemarkeerd door bakstenen erfpijlers, linkse pijler met heiligennis. Ten noorden het woonhuis met aflijnende fries en waterlijst. Verschillende aangepaste muuropeningen en vernieuwd schrijnwerk, recente aanbouw achteraan, loodrecht op het hoofd-volume aangesloten. Stalvleugels ten oosten en zuiden.
Auteur:
Hoeve Duikingberg
Cominnestraat nr. 30. Historisch belangrijke hoeve z.g. "Hoeve Duikingberg" voorheen kern van de heerlijkheid met zelfde naam, afhankelijk van de baljuw van Heestert. De hoeve klimt op tot in de 16de eeuw cf. datering "1596" ingekerfd in moerbalk woonhuis. Het toponiem wordt vermeld op een kaart behorend tot het landboek van Moen (1760), het vijfde kanton van de gemeente omvatte de "Duyckinghbergh thiende". Met herkenbare configuratie weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846). Volgens de huidige eigenaar was de hoeve voorheen omwald, de omwalling wordt niet weergegeven op oude kaarten en is thans gedempt.Hoeve met gesloten opstelling bestaande uit al dan niet gewitte verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken. Naar verluidt ter plaatse gebakken baksteen cf. ingekraste initialen in baksteen straatgevel. Deels verhard (geasfalteerde kasseien) en deels onverhard erf.Aan de straat gelegen hoeve, huidig uitzicht opklimmend tot in de 18de eeuw. Westelijke erftoegang gemarkeerd door poortgebouw met ingewerkte duiventil in zuidelijke zijpuntgevel en met vlechtingen in beide zijpuntgevels. Restant van bakstenen brug voor de poort. Tweede erftoegang ten oosten, vervallen poortgebouw met vlechtingen in zuidelijke zijpuntgevel. Ten noorden het woonhuis met opschrift "ANNO 1776" op bovenstijl deur. Erfgevel met vernieuwd parement uit de jaren 1940, hoogopgaand pannen zadeldak. Zijpuntgevels getypeerd door aandaken en vlechtingen. Aangrenzend vervallen nutsgebouw.Dubbele dwarsschuur ten zuiden gemarkeerd door steunberen. Hoogopgaand dak, bewaard kapconstructie samengesteld uit schaargebinten. Vernieuwde schuifpoorten, toegemaakte muuropeningen aan de achterzijde. Stalvleugels aansluitend bij het poortgebouw ten westen, in zuidelijke zijpuntgevel getypeerd door vlechtingen en gedateerd met jaaranker "1859". Bewaarde slieten en ruiven. Straatgevel met ingewerkte kapel met Mariabeeld met kind. Nutsgebouw ten oosten met vernieuwd parement. Storende aanbouw ten noordwesten (buiten het erf). RIJKSARCHIEF KORTRIJK, Aanwinsten VI, 5019, Lantboeck der prochie ende graefschepe Moen, 1760, opgemaakt door Anthone van Outrive en Cornelis Steur.DEGRANDE V., Inventaris kapellen West-Vlaanderen, gemeente Moen, onuitgegeven, z.p.
Auteur:
Historische hoeve Het goed te Moen of Goed te Mouden
Moenplaats nr. 9. Historisch belangrijke hoeve z.g. "Het goed te Moen" of "Goed te Mouden". Belangrijkste hoeve op het grondgebied van de gemeente, centrum van de heerlijkheid en het graafschap van Moen met leenhof waarvan 59 achterlenen afhingen. De heerlijkheid wordt gehouden van het leenhof van Ninove.Oudste vermelding van de heren van Moen in de 11de eeuw, vermoedelijk verwantschap van de heren met deze van Machelen en Aishove.De heerlijkheid met kasteel en hoeve is achtereenvolgens in eigendom van de heren van Moen, de familie Barna(i)ge, het geslacht van Marselaer, Ferdinand Joseph de Virmal de Fallerand en Ignace Ferdinand de Croix die in 1718 de titel kreeg van graaf. Zijn graafschap groeit uit verschillende kleine heerlijkheden te Moen. De heerlijkheid wordt afgeschaft met de Franse Revolutie, de familie de Croix blijft nog eigenaar tot in de 19de eeuw.Kasteel afgebeeld op de kaart van Sanderus (1641), voorstelling van een waterkasteel met ronde duiventoren en vierkante toren. Het goed bestond uit een complex, rechthoekig geheel van omwallingen, enkele binnengrachten zorgden ervoor dat het kasteel, de hoeve, de tuin en de boomgaard afzonderlijk omwald waren cf. kaart van het landboek van Moen (1760). De meeste grachten worden in de 19de eeuw gedempt.Het kasteel wordt tot in 1802 bewoond, het wordt in dat jaar op last van de graaf gedeeltelijk afgebroken. Getekend door S. Vermote in 1813, een deel van het kasteel was toen reeds afgebroken.De hoeve wordt voor het eerst vermeld in een pachtcontract van 1443. Op de kaart van Sanderus (1641) en op de kaart van het landboek van Moen (1760) afgebeeld met losstaande bestanddelen. Het lanboek toont een poortgebouw en woonhuis ten zuiden, een schuur ten noorden, stalvleugel ten oosten en een wagenhuis centraal op het erf. Het goed wordt omschreven als "Casteel, wallen, dreven, bosch, lochtinck, boomgaert en hofstede". Op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846) eveneens voorgesteld met losstaande bestanddelen. Hoeve vernield door brand op 4 april 1893. De kadastrale legger van 1893 beschrijft de hoeve als "maison en ruines".Thans volledig omwalde hoeve met vrij homogeen gebouwenbestand daterend uit de late 19de eeuw, enkele restanten van de voormalige gebouwen bleven bewaard.Zuidelijke erftoegang via 17de-eeuwse bakstenen tweebogige brug met gekasseid oppervlak en met deels 17de-eeuws poortgebouw op het einde. Twee lindebomen flankeren de brug. Poortgebouw oplopend in trapgevel en met wapenschild in geveltop. Ten zuidoosten het woonhuis met vernieuwd pannen zadeldak doorbroken door klokkentorentje. Oostelijke zijpuntgevel met sporen van vlechtingen, restant van ouder woonhuis. Stalvleugel ten oosten en imposante dubbele dwarsschuur ten noorden. Vrijstaand in kern 18de-eeuws wagenhuis ten westen. Imposante tabaksast en bergplaats ten westen op de plaats van het voormalige kasteel.RIJKSARCHIEF KORTRIJK, Aanwinsten VI, 5019, Lantboeck der prochie ende graefschepe Moen, 1760, opgemaakt door Anthone van Outrive en Cornelis Steur.KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN, Brugge, 207: Mutatieschetsen, Moen, 1894/7.KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN, Brugge, 209: Oorspronkelijk aanwijzende tabel, Moen, artikelnr. 62.DESPRIET P., Twintig Zuid-West-Vlaamse hoeves, deel 3, Kortrijk, 1986, p.121-130.
Auteur:
Oorlogs-gedenksteen met standbeeld
Moenplaats z.nr. Gedenksteen met standbeeld voor de militaire en burgerlijke slachtoffers en de opgeëisten (Eerste en Tweede Wereldoorlog) en de politieke gevangenen (Tweede Wereldoorlog). Het monument, dat omgeven is door verschillende bomen (o.m. populieren en esdoorns) wordt opgericht vóór 30/10/1921, maar werd in de jaren 1960 vervangen door het huidige. Langwerpige, lage sokkel van groengrijze breuksteen afgedekt met hardstenen platen, daarboven een muur van blauwe hardsteen met vier tekstplaten van leisteen en opschrift "Moen aan zijne helden gesneuveld voor het vaderland" (gouden letters). Links, soldaat in rusthouding van blauwe hardsteen. JACOBS M., Zij die vielen als helden… Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Brugge, 1996, p. 24.
Auteur:
Sint-Elooiskerk
Kerkstraat nr. 1. Sint-Elooiskerk Georiënteerd neogotisch bedehuis, heropgebouwd in 1918 naar de originele plannen van 1874 en naar ontwerp van architect Leopold De Geyne (Kortrijk). Het gebouw is omgeven door verschillende loofbomen. Aan de voorzijde zijn er enkele kerkbanken, achter het koor ligt een pastoorspad.Ten oosten gedenksteen die herinnert aan het voormalige bedehuis en voorgeplaatst gietijzeren kruis. Ten noordwesten, H. Hartbeeld van witte natuursteen op sokkel met datum "1924", beeld afkomstig van kapel in de Bossuitstraat die gesloopt werd in 1968. Tevens calvarie met ijzeren Christusbeeld. Reeds in de 12de eeuw stond er een bedehuis op deze plaats, ca. 1100 wordt de eerste stenen kerk gebouwd, vermoedelijk is het een Romaanse kruiskerk met vierkante middentoren. De kerk en het omliggend kerkhof behoorden tot de kasselrij Kortrijk. Het gebouw stond op grond van de dorpsheerlijkheid van Moen.De kerk wordt beschadigd tijdens de godsdiensttroebelen, herstellingswerken vinden plaats van 1620-1622 wanneer de herstelde kerk opnieuw wordt ingewijd. Ook in 1694 wordt de kerk zwaar beschadigd. In 1844 wordt het bedehuis vergroot tot een driebeukige hallenkerk, dit naar ontwerp van C. Dehulst (Kortrijk). In 1874 wordt het oude gebouw afgebroken, een ontwerp van P.N. Croquison voorzag de bouw van een nieuwe kerk op de funderingen van de oude, met de toren op de plaats van het vroegere koor. Uiteindelijk wordt een sterk aanverwant ontwerp van Leopold De Geyne aangenomen en in 1874 goedgekeurd. Het nieuwe bedehuis wordt in 1918 grotendeels verwoest door brand. De heropbouw gebeurt door Benoit Vuylsteke naar de originele plannen. De plattegrond ontvouwt: neogotisch driebeukig bedehuis met voorgeplaatste westertoren; sacristie ten noordoosten en recenter dienstgebouw ten zuidoosten. Voormalige doopkapel en traptoren ten zuidwesten. Het gebouw is ommuurd ten zuidoosten.Rode baksteenbouw, met gebruik van arduin voor o.m. plint, dekstenen, afzaten en de vensteromlijstingen van het koor. Leien bedaking.Toren gemarkeerd door versneden steunberen op de hoeken, eerste geleding met spitsbogig portaal met wapenschild en reliëf in boogveld. Tweede geleding met drie spitsbogige muuropeningen, waarvan twee ingevuld met baksteenmetselwerk. Galmgaten en torenuurwerk op derde geleding. Toren met ingesnoerde spits met slanke, achtzijdige torentjes op de hoeken, bekronend kruis en windhaan.Schip van zeven traveeën met aflijnende getrapte fries geritmeerd door spitsbogige muuropeningen en versneden steunberen. Oostelijke zijpuntgevels getypeerd door vlechtingen.Koor van twee rechte traveeën en driezijdige sluiting, eveneens geritmeerd door versneden steunberen en spitsbogige muuropeningen. Interieur. Bepleisterd en witbeschilderd geheel (cf. oude prentbriefkaarten voorheen deels beschilderd met figuratieve motieven), geritmeerd door spitsbogen ondersteund door zuilen met knoppenkapiteel, achtzijdige arduinen sokkels. Tweede bouwlaag schip geritmeerd door lage spitsbogige drielichten. Overwelving door kruisribgewelf opgevangen door colonetten. Straalgewelf in koor. Zwart marmeren vloer. Mobilair.Volledig en gaaf bewaard neogotisch meubilair.Hoofdaltaar, marmeren altaartafel en neogotisch retabel tevens ook bewaarde houten altaartafel. Noordelijk zijaltaar met marmeren altaartafel en houten retabel toegewijd aan O.-L.-Vrouw en zuidelijk zijaltaar, houten altaartafel en retabel toegewijd aan St.-Elooi. Twee preekstoelen, koorbanken en stoelen, bidbankjes voor de zijaltaren en beelden, kandelaar en lezenaar.Marmeren doopvont met koperen deksel waarboven het houten klankbord van de preekstoel, de preekstoel zelf is verdwenen.Houten doksaal, orgel in neogotische klankkast.Beelden van O.-L.-Vrouw met kind, H. Jozef met kind, H. Rochus, H. Hart, H. Rita (recent beeld) en Christus aan het kruis. Figuratieve glasramen in koor en in de oostelijke travee van het schip. ARCHIEF VLAAMS INSTITUUT VOOR ONROEREND ERFGOED, Plannenfonds KCML, Sint-Elooiskerk.DESPRIET P., De St.-Elooiskerk in Moen, in De Zuid-West-Vlaamse parochiekerken, Kortrijk, 1983, p. 252-261.Historische studie kapellen Moen, s.l., s.d., p. 19-20.ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Kortrijk II, Brussel, 1979, blz. 37-39.
Auteur:
Eenheidsbebouwing van vijf arbeiderswoningen
Moense Beekstraat nrs. 1-3 en 7-11. Eenheidsbebouwing bestaande uit vijf, dieper in gelegen lage arbeiderswoningen. Oorspronkelijk zes woningen, nr. 5 werd afgebroken en vervangen door een burgerwoning met twee bouwlagen uit het interbellum.Samenstel van vier dubbelhuizen en één enkelhuis (nr. 11). Rode verankerde baksteenbouw verfraaid door aflijnende fris, geknikte pannen zadeldaken doorbroken door verschillende houten dakkapellen, vernieuwd bij nr. 1. Licht getoogde muuropeningen met grotendeels bewaard houtwerk en deels bewaarde luiken. Nr. 1 met heiligennis.
Auteur:
Burgerwoning met aangrenzende bedrijfsgebouwen
Gauwelstraat nr. 112. Burgerwoning met aangrenzende bedrijfsgebouwen (garage en burelen) uit het interbellum en aan de straat gelegen schuur uit het begin van de 20ste eeuw; woning aan de straat afgezet door laag bakstenen muurtje.Geheel van gele baksteen, horizontaal geleed door de witbeschilderde casementen en muurbanden en getypeerd door de invloeden van de art deco cf. de in- en uitspringende muurvlakken, de luifels en de afgeronde hoeken. Rechthoekige muuropeningen met deels bewaard houtwerk. Fraaie deur.Achtergelegen drie hoge en zeven lage bedrijfsbeuken.
Auteur:
Hoeve met kapel
Knokkestraat nr. 15. Dieper in gelegen hoeve met aangepast woonhuis. Erfoprit met kapel van 1973, toegewijd aan "O.L. VROUW VAN DE SOUTERRAIN" cf. opschrift. Eerste kapel op deze plaats uit de tweede helft van de 18de eeuw, verdwenen bij de verbreding van het kanaal omstreeks 1970. Kapel aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846) als "Derveykapel". Huidige kapel met puntgevel van rode baksteen doorbroken door rondbogige muuropening met omlijsting van zwarte baksteen. DEGRANDE V., Inventaris kapellen West-Vlaanderen, gemeente Moen, onuitgegeven, z.p.Historische studie kapellen Moen, s.l., s.d., p. 30-34.
Auteur:
Hoeve
Cominnestraat nr. 15. Aan de straat gelegen hoeve, vermoedelijk opklimmend tot in de 18de eeuw. De site staat reeds aangegeven op de Ferrariskaart (1770-1778), moeilijk herkenbare volumes. Met huidige configuratie weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846).Hoeve bestaande uit verankerde bakstenen bestanddelen (gewitte erfgevels), met gesloten opstelling gegroepeerd rond deels bekiezeld erf. Oostelijke erftoegang gemarkeerd door poortgebouw met aansluitende schuur en restant van ast. Straatgevel met heiligennisje; bewaarde houten kruiskozijnen in noordelijke zijpuntgevel.Ten noorden, het woonhuis met deels aangepaste erfgevel en achteraan loodrecht op het hoofdvolume aangesloten achterbouw. Vernieuwd pannen zadeldak doorbroken door klokkentorentje, vlechtingen in oostelijke zijpuntgevel. Aangrenzend lager volume met achtergelegen restant van poel.Schuur ten westen en stalvleugel getypeerd door deuromlijstingen met negblokken van Doornikse steen ten zuiden.
Auteur:
Hoeve Ter Hoogmolen
Kwadestraat nr. 5. Aan de straat gelegen hoeve z.g. "TER HOOGMOLEN", uit de tweede helft van de 19de eeuw. De hoeve staat niet weergegeven op oude kaarten.Hoeve bestaande uit bestanddelen van rode baksteen onder pannen zadeldaken. U-vormige opstelling rond verhard erf. Oostelijke erftoegang, ten noorden het woonhuis van zeven traveeën en twee poorttraveeën, tevens venstertravee onder voormalig laadluik. Licht getoogde muuropeningen voorzien van diefijzers (voor-, zij- en achtergevel). Oostelijke zijpuntgevel getypeerd door muurkapel. Stal (ten westen) en schuur (ten oosten) met snijdende daken.
Auteur:
Sluis Moen
Het kanaal Bossuit-Kortrijk dat de Schelde met de Leie verbond, werd gedolven in 1858-60. Ondanks het belang voor handel en nijverheid (voornamelijk bedoeld voor het vervoer van steenkool uit de Borinage), duurde het meer dan 20 jaar voor men tot een overeenkomst kwam om het kanaal te graven. In 1855 werd de concessie aangevraagd door Adan, Parent en Schaeken. Door tussenkomst van priester De Haerne stelde de regering zich borg voor de intrest van het kapitaal gedurende 50 jaar.
Auteur:
Swans (Marco Barotti)
Acht afgedankte satellietschotels dobberen
rond als zwanen, tot leven gewekt door
geluid, wind en water. De zwanen hebben een
luidspreker als kop, waarlangs basfrequenties
en het geluid van menselijke adem de vogels
elk een stem geven. Snaterend gijzelen
de zwanen hun omgeving als een hybride
verschijning van technologisch afval en sierlijk
dierenleven. Deze radicale maar subtiele en
ironische ingreep – de schotels staan voor de
kracht van de massamedia - wijst ons op de
alomtegenwoordige hand van de mens als een
soort god.
Auteur:
Orveytbos
Het Orveytbos ligt ter hoogte van Moen, langs het Kanaal Kortrijk-Bossuit. Het bos is ontstaan in de jaren 1970, toen de toenmalige tunnel werd weggegraven en vervangen door een open vaargeul/kanaal.
Aanvankelijk dienden de schepen op het kanaal Kortrijk-Bossuit even ondergronds te varen, door een tunnel van ongeveer 610 meter lang.
De klei die werd weggegraven , werd op het landbouwgebied naast het kanaal gestort, wat resulteerde in een kleine heuvel die begroeide, nu gekend als het Orveytbos. Pas in 2001 werd dit opengesteld voor het publiek.
Nu is dit een plek om wandelingen in een divers groengebied te maken, met variaties van bos, poelen en veel meer.
Auteur:
You can add a comment or review this trail
Comments