Adam-diemen-abcoude-adam
near Amsterdam, Noord-Holland (Nederland)
Viewed 138 times, downloaded 0 times
Waypoints
Adres: Singel 111F in Amsterdam (Noord-Holland)
Naamloos referentiepunt
Ingang treinstation: Abcoude
Adres: Singel 111F in Amsterdam (Noord-Holland)
Singel in Amsterdam (Noord-Holland)
Naamloos referentiepunt
Gedempte Turfhaven in Hoorn (Noord-Holland)
Singel in Amsterdam (Noord-Holland)
Naamloos referentiepunt
Stationsplein in Zandvoort (Noord-Holland)
Start- en eindpunt
Start- en eindpunt:
Hoek Dorpsstraat/In de Bogerd in Cothen (UT), tegenover cafetaria Het Oude Raedthuys, Dorpsstraat 21.
Horeca:
Bij de start in Cothen: luxe cafetaria Het Oude Raedthuys. Open: wo t/m vr 12.00-23.00 uur, za-zo en di 12.00-20.30 uur. Info: 0343-561531, hetouderaedthuys.nl.
Honden:
Niet toegestaan op landgoed Hardenbroek.
Kromme Rijn
De Kromme Rijn is roemrucht terrein, hier lag de grens van het Romeinse Rijk. Langs de Donau en de Rijn – van de Zwarte Zee naar de Noordzee – onderhielden de Romeinen een linie van verdedigingswerken, deze limes moest Germaanse stammen buiten de deur houden. Een belangrijk jaartal voor de rivier is 1122. In dat jaar besloot de bisschop van Utrecht om de sterk verzande Rijn af te dammen. Die beslissing had verstrekkende gevolgen: de Lek werd de belangrijkste handelsroute, Utrecht lag niet meer aan een doorgaande rivier en nieuwe gebieden konden worden ontgonnen.
Landgoed Hardenbroek
Een houten deur, verstopt in een heg, vormt de ingang naar landgoed Hardenbroek. Hardenbroek ligt aan de Langbroekerwetering en maakt daarmee deel uit van de serie kastelen en buitenplaatsen aan de wetering. Het landgoed is 160 ha groot en bestaat uit langgerekte bos- en weidepercelen tussen de Langbroekerdijk en de Graaf van Lynden van Sandenburgweg.
Landgoed Sandenburg
Wie naar het witte kasteel van Sandenburg kijkt, waant zich in een sprookje. De grote witgepleisterde torens vol kantelen doen een middeleeuwse oorsprong vermoeden, maar slechts één enkele toren stamt uit deze tijd. De rest van het kasteel kreeg halverwege de 19e eeuw zijn huidige uiterlijk. Ook het omringende landschappelijk aangelegde park is aangelegd in deze periode. In dit park vindt men gazons, slingerende paden, groepen bomen en enkele bomen. Bij het kasteel, binnen een vierkant grachtenstelsel, staan een oranjerie, een koetshuis en een portierswoning in dezelfde stijl als het kasteel. Vanaf de voorzijde van Sandenburg kijkt men recht op de kerktoren van Overlangbroek. (Bron: /www.utrechtsebuitenplaatsen.nl/buitenplaats/sandenburg).
Schemering
Het oog is een gevoelig orgaan. Ons netvlies bestaat uit zo’n 6 miljoen kegeltjes en 120 miljoen staafjes. Met de kegeltjes onderscheiden we details en kleuren, de lichtgevoelige staafjes zijn gespecialiseerd in zwart-wit. Wanneer het zonlicht mindert en we geen kleuren meer onderscheiden, zorgen zij ervoor dat we nog wel vormen en bewegingen kunnen waarnemen. Dat maakt een avondwandeling aan het einde tot een soms mysterieuze ervaring.
Hoogstraat
Vanuit het zuiden is de beklimming van de Hoogstraat 800 meter lang. De gemiddelde stijging is 3%, met 2 korte stukken van 6%.
De heuvel ligt in de Kaapse Bossen ten oosten van Doorn en maakt onderdeel uit van de stuwwal Utrechtse Heuvelrug.
Grafheuvel
Grafheuvels zijn monumenten die twee- tot vierduizend jaar geleden werden opgeworpen ter markering van begraafplaatsen van voorname personen in de gemeenschap. Grafheuvels werden regelmatig aangelegd langs prehistorische routes en vormden zo herkenbare bakens in het landschap. Na hun aanleg werden de relatief lage, ronde heuvels nog eeuwenlang gebruikt voor het begraven van andere personen. Hiervoor werden ze vaak hoger of breder gemaakt. Ook deze grafheuvel, ten noordoosten van AZC De Hoogstraat, is een plaats van herinnering en verering van de voorouders.
Leersumse Veld
Het oostelijke gedeelte van het Leersumse Veld -tweede en derde plas- is tijdens het broedseizoen van medio maart tot eind juli gesloten.
De natuurlijke laagte werd in de voorlaatse ijstijd gevormd door smeltend ijs in wat warmere perioden. Op natte plaatsen is in de loop van eeuwen veen ontstaan. Zo'n 6000 jaar geleden streken hier mensen neer. Door ontbossing en overbeweiding werd het Leersumse Veld tot een gebied van stuifzand en heide. Twee eeuwen geleden werd het veen voor turf afgegraven. Hierdoor ontstonden de Leersumse Plassen. De hoger gelegen heidevelden zijn vanaf ongeveer 1900 beplant met grove dennen, larixen en douglassparren. In de tijd dat het gebied particulier bezit was zijn statige eiken-lindelanen aangelegd. In 1911 werd het 80 hectare grote Leersumse Veld gekocht door M.C. Verloop. Van de eerste plas liet hij een zwembad met eilandje maken en er werden ook kanaaltjes gegraven om te kanoën. De afgelopen decennia is de grondwaterstand aanzienlijk verlaagd, wat duidelijk zichtbaar is aan de oevers. De in augustus bloeiende heide wordt begraasd door een kudde koeien om vergrassing en dichtgroeien van de heide te voorkomen. In ieder jaargetijde biedt dit natuurgebied wel iets bijzonders, maar in de winter kun je op de tweede en de derde plas heerlijk schaatsen.
Breeveen
Een groot gedeelte van Breeveen bestaat uit een vlakte met in augustus bloeiende struikheide en het is omringd door bossen. Het door het Utrechts Landschap beheerde natuurgebied is één van de mooiste heidevelden van de provincie Utrecht. Verder bevinden zich een halve kilometer westelijk van Breeveen enkele grafheuvels. De afgelopen decennia is de grondwaterstand aanzienlijk verlaagd, wat invloed had op de vegetatie.
Uilentoren
De in 1904 gebouwde Uilentoren staat op het hoogste punt van de Lombokheuvel en behoorde tot het inmiddels verdwenen landgoed Lombok. Het bouwwerk is van architectuur- en cultuurhistorische waarde. Op de vier hoeken van de toren zijn uilen aangebracht. De hoge bomen rondom het pleintje aan het einde van de Lomboklaan belemmeren het uitzicht naar het zuiden, dat de vierkante toren vroeger bood. De flanken van de Utrechtse Heuvelrug bestonden toen voornamelijk uit heidevelden waarop schapen graasden.
Graftombe van Nellesteijn
Aanvankelijk was de Donderberg, ten noordwesten van Leersum, met heide begroeid waarop schapen werden gehouden. Op het hoogste punt van de Donderberg liet Cornelis Jan van Nellesteyn in 1818 voor zijn familie een Tombe bouwen door Jan David Zocher jr. De bovenbouw heeft de opzet en het uiterlijk van een Romeinse tempel. De onderbouw met grafkelder heeft een sobere versiering met een klimmend fries ter weerszijden van de toegang. Een sluitsteen bovenin de gemetselde rondboog van de ingang vermeldt het jaar ANNO 1818. In 1917 werd een laatste familielid bijgezet en werd de Tombe definitief gesloten. Het in neoclassicistische stijl gebouwde mausoleum was met een zichtlijn verbonden met kasteel Broekhuizen. Het was tevens een uitzichttoren en belvédère. In 1828 kreeg de gemeente Darthuizen aan de voet van de graftombe een stuk grond ter beschikking voor het inrichten van een begraafplaats. Tot 1894 zijn zo'n 90 mensen op deze begraafplaats begraven.
Op zondagmiddag is dit rijksmonument van 12.00 tot 16.00 uur opengesteld.
Darthuizerpoort
De Utrechtse Heuvelrug is een stuwwal, die in de voorlaatste ijstijd (238- tot 126-duizend jaar geleden) gevormd is. In deze ijstijd lag de landijskap vanuit Scandinavië tot op de heuvelrug. De dikke ijskap had enorme kracht om diepe holten uit te slijten (tot 100 meter diep). Het zand uit deze holten duwde de ijskap vervolgens voor zich uit. Op deze manier konden halverwege Nederland hoge ruggen ontstaan in het landschap. Toen het warmer werd, smolt de ijskap en zocht het water zijn weg door de zwakke plekken in de stuwwal. Het water sleet diepe dalen in de ondergrond uit en zo ontstonden de ijssmeltwaterdalen aan de zuidkant van de heuvelrug. Een mooi voorbeeld hiervan is de Darthuizerpoort, gelegen ten noordwesten van Leersum tussen de Darthuizerberg (47 meter NAP) en de Donderberg (37 meter NAP). Het is het grootste en diepste dal van de Utrechtse Heuvelrug.
Hoekendaalse laantje
Het Hoekendaalse laantje begint op het parkeerterrein van restaurant D. in Leersum en loopt eerst via een smalle gang tussen twee huizen door en vervolgens langs de achtertuin van een huis. Als het begin van het pad niet gevonden kan worden, dan is het 150 meter westelijk gelegen pad naast de Broekhuizerlaan een goed alternatief.
Het Hoekendaalse laantje komt al voor op eeuwenoude kaarten. In vroegere tijden werd dit pad gebruikt door onder andere de inwoners van de buurtschap Darthuizen als zij naar hun begraafplaats wilden aan de voet van de Tombe van Nellesteijn. Omzoomd door monumentale eiken en beuken slingert het bijna dichtgegroeide pad zich een weg tussen de akkers door. Het smalle pad volgt hierbij deels de waterloop van de Schevickhovense Wetering.
Broekhuizerlaan
De Broekhuizerlaan, aangeplant in de tweede helft van de 18e eeuw, is een historische oprijlaan en belangrijke zichtas van het kasteel Broekhuizen in Leersum. De imposante beukenlaan, met aan beide zijden drie rijen van ruim 100 bomen, is in het bezit van verschillende eigenaren. De Broekhuizerlaan is als onderdeel van de buitenplaats Broekhuizen aangewezen als Rijksmonument.
Broekhuizen
Het kasteel had een voorganger die, op een tekening van Jacob Pronk, eruitzag als een rechthoekig landhuis. Deze is in 1794 vervangen door een wit landhuis, vervolgens is het in 1810 verder vergroot. Het is een groot gebouw geworden met drie verdiepingen, waarvan de uitspringende middenpartij wordt beheerst door een monumentale peristilium gevormd door vier Ionische zuilen. De voorgevel draagt het wapen (in zilver een rood en goud geschakeerd kruis) van de Utrechtse familie Van Broeckhuysen.
Ofschoon de familie Van Broeckhuysen al in 1250 in deze streek wordt vermeld, is een eerste belening met Broekhuizen aan Jan van Broeckhuysen door het Domkapitel pas in 1393, en een jaar later met het ernaast gelegen goed Schevichoven.
In 1406 wordt de broer van de weduwe van deze Jan, Tyman van Zuylen, met het "Thuis te Broekhuisen" beleend door de Heer van Gaesbeek. Dit wijst erop dat het landgoed Broekhuizen twee leenheren had en het huis op dat van de Heer van Gaesbeek stond.
Via verkopen komt het uiteindelijk in 1793 aan de rijke Amsterdamse koopman Mr. Cornelis Jan van Nellesteyn, die het huidige huis heeft laten bouwen. In 1824 liet hij iets noordelijker ook het huis Nieuw Broekhuizen bouwen, waar hij in 1832 overleed. In 1818 had Nellesteyn op de naburige heuvel Donderberg een graftombe laten bouwen. Zijn kleinzoon verkocht Broekhuizen in 1897 aan mr. Maarten Iman ridder Pauw van Wieldrecht. Die liet dat jaar een koetshuis en stal ontwerpen door architect Johannes van Nieukerken uit Den Haag.[1] In 1939 ging het bezit over naar de dochter van de heer Pauw van Wieldrecht. Zij trouwde met jhr. mr. Th.J.G. Stratenus. Hun beider zonen verkochten het in 1965 aan het Rijk, dat er van 1971 tot 1996 het Rijksinstituut voor Natuurbeheer in vestigde en het daarna verkocht aan Staatsbosbeheer.
Staatsbosbeheer verkocht vervolgens de opstallen met recht van onderpand aan een particulier. Deze koper kon de hypotheek niet betalen en het kwam in 2006 aan hypotheekbank Delta Lloyd. Van binnen verkeerde het in slechte staat. In 2007 is Staatsbosbeheer begonnen aan een grondige restauratie van de door Michael en Zocher ontworpen Engelse tuin. Bij deze restauratie is een mindervalidenpad aangelegd. Delta Lloyd heeft het kasteel laten restaureren. Sinds mei 2011 is er na een leegstandsperiode van zeven jaren een nieuwe eigenaar. Eind 2016 werd het landgoed na een volgende renovatie heropend als Parc Broekhuizen, waarna het een horeca- en hotelbestemming kreeg met een vermelding in de Michelin-gids.
You can add a comment or review this trail
Comments