Promenade découverte Nismes (OTV)

L'Office du Tourisme de Viroinval

L'Office du Tourisme de Viroinval L'Office du Tourisme de Viroinval est là pour vous accueillir et pour vous informer sur tout ce qui concerne votre séjour à Viroinval. Het VVV-kantoor van Viroinval is er om u te verwelkomen en u te informeren over alles wat betreft het toerisme in Viroinval. The Office for Tourism of Viroinval is there to greet you and inform you on everything concerning your stay in Viroinval. Adresse / Adres / Address: Rue D'Avignon 1 5670 Nismes (0032) (0)60 31 16 35 tourisme.viroinval@skynet.be www.viroinval.be

Le Vieux Moulin

La bâtisse à votre gauche est l’ancien moulin du village, c’est un des plus ancien bâtiment du village. Il était encore en activité avant la guerre, il était alimenté en eau par le bras de l’Eau Noire. C’est à cet endroit que l’on faisait moudre sa farine pour en faire du pain. Links van u is het politiebureel, dit gebouw was voor de tweede wereldoorlog de oude molen van het dorp. Het is één van de oudste gebouwen van het dorp. Deze molen werd aangedreven door de waterstroom van l'Eau Noire en deze maalde op zijn beurt het meel om brood te maken. At your left side is the office of the police, this building was the old mill of the village before the Second Worldwar. It’s one of the oldest buildings in the village. This mill was powerded by the flow of l’Eau Noire and here they milled flour to make bread.

Borne Motorhome

Permet d’effectuer les vidanges sanitaires du véhicule. Aire de parking autorisée (24h). Avec un jeton de 2,00€ disponible à l’Office du Tourisme, chaque voyageur pourra s’approvisionner en eau ou en électricité. Dit is een plaats voor het ledigen van de afvalwatertank. Toegestane parkeerplaats (24u). In het Toerisme Kantoor zijn jetons van 2,00€ beschikbaar voor het bekomen van water of elektriciteit. This is a place where the motorhomes can empty their filty water. Maximum of 24H to park here. In the Office for Tourism of Viroinval, you can buy coins for charging water or electricity. Price: 2€/coin.

Vers l'Arboretum

A partir de 1850, l’abandon progressif du pâturage sur les tiennes calcaires laissa en friche des centaines d’hectares. Pour rentabiliser au mieux ces parcelles, le Parc naturel et la Division de Nature et Forêt mettent en place un projet de valorisation du site du Mousty. Petit à petit, la butte calcaire s’est parée d’une cinquantaine de parcelles de résineux provenant des quatre coins du monde. On planta des tsugas originaires d’Alaska, des cèdres du Japon, des sapins de Crimée poussant jusqu’à 2000 mètres d’altitude, des pins jaunes des Montagnes rocheuses qui peuvent vivre 3000 ans… Avec tous ces arbres inconnus à Nismes, l’arboretum était né. Vanaf 1850, door de geleidelijke afschaffing van de weidegang op de kalkgraslanden werden deze braakliggend. Om deze percelen het meest te laten renderen, ontwikkelden het Natuurpark en de Divisie voor Natuur en Bos een project om de site van de Mousty te verbeteren. Geleidelijk aan werd deze kalkheuvel verdeelt over vijftig percelen voorzien van naaldbomen uit de vier hoeken van de wereld. Men plantte er Hemlocksparren oorspronkelijk uit Alaska, Japanse ceders, Crimée-dennen die tot op een hoogte van 2000m zelfs nog groeien, gele sparren van de Rotsgebergtes die meer dan 3000 jaar oud kunnen worden. Met al deze bomen die in Nismes nog onbekend waren werdt het Arboretum geboren. Since 1850, they started to abolisch the grazing on the chalk grasslands and they became fallow. For these plots to pay of the most, the Nature Parc and the Division for nature and woods developped a project to improve the site of the “Mousty”. Gradually this chalk hill was spread over 50 plots with pine trees from the 4 corners of the world. They planted Hemlock pines, originally from Alaska, Crimée pines who can live on a level of 2000m, yellow pines that grow in rocky mountains and can become more than 3000 years of age. With all these trees who were unknown in Nismes they made the Arboretum.

Vers le Fondry des Chiens

Un véritable chef-d'oeuvre de la nature, sans pareil dans notre pays. Par le jeu de l'eau qui a duré des millions d'années, un énorme gouffre, pouvant atteindre à certains endroits 20 mètres de profondeur, s'est formé dans la pierre calcaire. Il est paré de gigantesques roches aux courbes particulièrement douces. Ces gouffres naturels sont appelés "Fondrys". En Belgique, on en trouve uniquement dans la région du Viroin. Près du "Fondry des Chiens", s'étend une magnifique pelouse calcicole où apparaissent au printemps, des milliers de capitules blues de la globulaire. Le site est entièrement protégé et est classé comme "monument naturel". Een echt meesterwerk van moeder natuur uniek in ons land. Door het miljoenen jaren durende spel van water is in het harde kalkgesteente een enorme kuil uitgesleten die plaatselijk tot 20m diep is. Hij wordt opgesmukt met gigantische rotsblokken de onwaarschijnlijk zachte rondingen vertonen. Deze natuurlijke kuilen worden dolines genoemd; ze komen in België uitsluitend voor in de Viroinstreek. Naast de "Fondry" ligt een enig mooi kalkgrasland waar in de lente vooral duizenden blauwe bloemhoofdjes van de zeldzame kogelbloem opvallen. Het ganse gebied is integraal beschermd en werd geklasseerd als natuurmonument. A real masterpiece of Mother Nature unique in Belgium. Trough milions of years, the water made a huge pit in the chalk rocks that has a maximun dept till 20m. It is decorated with giant boulders who have gentle curves. These natural pits are called “Dolines”; in Belgium you only find them in the Viroinregion. Next to the Fondry there’s a lovely chalk garssland where in Spring you can find thousands of blue flowerheads from the rare Globularia. The entire area is a protected and classified as a natural monument.

Les Sabotiers

Les petits garages le long de la rivière étaient autrefois des ateliers de sabotier. Ils étaient situés près de l’eau pour attendrir le bois en le trempant afin de plus facilement le travailler. Les hommes concevaient les sabots et les femmes et les enfants les décoraient. Cette activité cessa après la 2ème guerre mondiale lors de l’avènement du cuir. De kleine garages die je aan beide kanten van het water ziet waren vroeger ateliers van de klompenmakers. Deze werden gevestigd langs het water, omdat het hout gemakkelijker te bewerken was wanneer het in het water gedompeld werd, wetende dat voeger alle houtbewerking met de hand werd gedaan was dit wel handig. De vrouwen en kinderen stonden in voor de versiering van de klompen. Dit beroep werd verdrongen na de 2de wereldoorlog door de komst van het leder meegebracht door de Amerikanen. The little garage you can see at both sides of the water used to be the workshops of the shoemakers (wooden shoes). These were placed along the water because the men could work better on the wood after it was put in the river. The women and children were responsible for the decoration of these clogs. This profession was ousted after the Second Worldwar by the arrival of the leather brought by the Americans.

Le Château Licot

L’actuelle maison communale était à l’origine la résidence de la famille des maîtres de forges Licot. En 1745, Michel Licot, fils du maître de forges de Vireux épousa la fille du maître de forges de Nismes. Grâce à leur fortune ils ont pu acquérir les terrains de l’actuelle scierie du fourneau ,le parc et la place de l’actuel château. Leur arrière-petit-fils, Auguste, a fermé les installations de Nismes et a déplacé ses activités à Charleroi, au moment où il agrandissait et embellissait le château de Nismes comme résidence pour la famille. La 1ère Guerre mondiale a ruiné la famille et entre les deux guerres, le parc et le château ont été achetés par la commune. Le château est devenu la Maison Communale en 1963. Het huidige gemeentehuis was oorspronkelijk de woonplaats van de familie van de ijzermeester Licot. In 1745, huwde de zoon van de ijzermeester van Vireux (Michel Licot) met de dochter van de ijzermeester van Nismes. Dankzij hun fortuin konden ze de terreinen verwerven van de huidige zagerij van Fourneau, het park en de huidige plaats van het huidige kasteel. Hun achterkleinzoon, Auguste, heeft de installaties te Nismes gesloten en zijn activiteit verhuisd naar Charleroi, tijdens die periode liet hij het kasteel van Nismes opschonen en vergroten als woonplaats voor de familie. Door de Eerste Wereldoorlog was de familie geruïneerd en tussen de twee oorlogen werdt het park en het kasteel aangekocht door de gemeente. Het kasteel werd aangepast aan zijn nieuwe functie van gemeentehuis en het park werdt een camping. The current town hall was originally the residence of the family of the ironmaster Licot. In 1745, Michel Licot, the son of the ironmaster of Vireux married the daughter of the ironmaster of Nismes. Thanks to their fortunes they could acquire the land from the current sawmill Fourneau, the park and the current site of the present castle. Their grandson, Auguste, closed the installations in Nismes and moved the activity to Charleroi, during that time he did a cleanup of the castle of Nismes and increase it to be a residence for the family. Because of the First World War the family was ruined and between the two Worldwars the castle and the park were bought by the village The castle was adapted to his new role of town and the park became a campsite.

l'Eau Noire

L'Eau Noire prend sa source sur le plateau de Rocroi, à Petite-Chapelle et marque la frontière entre la Belgique et la France avant d'entrer définitivement en Belgique, par le hameau de Nimelette. Elle traverse l'Ardenne avant de rejoindre Couvin où elle entre dans la Calestienne. Dans la localité de Petigny, aux « Grottes de l'Adugeoir », elle se divise en une branche souterraine et une à l'air libre. La branche souterraine refait son apparition à Nismes et rejoint la branche restée à l'air libre, au pied de l'église du village. Quelques kilomètres plus loin, l'Eau Noire rencontre l'Eau Blanche près de Dourbes pour donner naissance au Viroin. De Eau Noire is een bronrivier van de Viroin die ontspringt in Rocroi (Frankrijk) op een hoogte van 350 meter. Kort na de bron vormt zij over ongeveer vijf kilometer de grens met Frankrijk vooraleer noordwaarts af te buigen. Even voorbij Couvin, de belangrijkste stad aan de rivier, gaat een deel van de rivier ondergronds door de Grottes de Neptune ook wel "Grottes de l'Adugeoir" genaamd. De ondergrondse vertakking vloeit te Nismes weer samen met de hoofdstroom. Bij de "Roche à Lomme" vloeit de Eau Noire op 150 meter hoogte samen met het Eau Blanche om de Viroin te vormen. L’Eau Noire (Black Water) is a sourceriver of the Viroin who rises in Rocroi (France) at an altitude of 350 meters. Shortly after it’s source it forms the border with France during 5 kilometers before going North. Just past Couvin, the main city on the riverside, there’s a part of it that goes underground trough the “Grottes de Neptune” also named “Grottes de l’Adugeoir”. The riverbranch flows towards Nismes and flows into the main current there. Near the “Roche à Lomme” the Viroin is formed by the confluence of the Eau Noire and the Eau Blanche (White Water) at an altitude of 150 meters.

Les jeux de Jardin d'O

Sur l’île aux enfants, les jeux sur le thème de l’eau amuseront petits et grands. Ce divertissement procure de la fraîcheur en été et des rires assurés. Hier in het park vindt men enkele waterattracties die zowel groot als klein kunnen plezieren. Een verfrissend idee voor warme dagen. Here in the park we can find watergames who are fun for young and old. A fresh idea for a hot day.

La Scierie du Fourneau

Le nom de cette scierie renvoie à son histoire : jusqu’au milieu du siècle dernier il y avait à cette même place le four et le fourneau à fer de la famille Licot. Ces installations ont toujours fonctionné au charbon de bois. Si on compare les bâtiments de cette entreprise avec une photo du début de ce siècle, on peut voir qu’une grande partie des bâtiments a été conservée dans son état original. Entre les piles de bois, vous trouverez encore des parties d’un decauville ou chemin de fer à voie étroite, ainsi qu’une plaque tournante pour changer les wagonnets de direction. Ce chemin de fer miniature reliait la scierie à la gare de Nismes, où passait une ligne de chemin de fer à voie large. Au-dessus de la porte d’un des grands bâtiments de la scierie, une pierre calcaire rappelle les anciens propriétaires de ce complexe : si vous avez une bonne vue ou des jumelles vous déchiffrerez au-dessus de la statue de Saint Michel l’inscription « 1855 Mme Licot de Nismes ». Deze zagerij dankt zijn naam aan zijn geschiedenis: tot aan het midden van de vorige eeuw had je op deze plaats de ijzersmeltovens van de familie Licot. Deze installatie werkte altijd op houtskool. Als men de gebouwen zouden vergelijken met een foto van het begin van deze eeuw, dan zou men kunnen zien dat een groot deel van dit bedrijf in zijn originele staat bewaart werd. Tussen de stapels hout, vinden we nog een deel van een bedrijfsspoorlijn, alsook een draaiend plateau om de wagonnetjes van richting te doen veranderen. Deze mini-spoorlijn verbindt de zagerij met het station van Nismes, waar een spoorweg ligt voor zwaar spoorverkeer. Boven de poort van één van de grote gebouwen van de zagerij is er een kalkstenen steen die ons herinnert aan de vroegere eigenaars van dit complex: als je een scherp zicht heeft of een verrekijker bijheeft kunt u ongetwijfeld de inscriptie ontcijferen die onder het beeld van Saint Michel staat: « 1855 Mme Licot de Nismes ». This mill thanks his name to it’s history: until the middle of last century there were iron furnaces at this place who belonged to the Licot family. This plant always worked on charcoal. If we compare the the buildings with the a picture from the beginning of this century, we would see that a big part of this enterprise remaind in its original state. Between the piles of wood, we can still find a part of a old railroad that served the enterprise, also we find a rotating platform to change the direction of the little wagons. This mini-railroad connects the mill enterprise with the railway station were there’s a railroad for heavy transport. Above the gate of one of the great buildings of the sawmill there’s a limestone rock that reminds us of the former owners of this place: If you have a clear vision or some binoculars with you, you can certainly decode the words underneath the statue of Saint Michel: “1855 Mme Licot de Nismes”.

Vers Les Abbanets

Le plateau des « Abannets » a été complètement défriché pour fournir aux fourneaux des industries locales du fer des immenses quantités de charbon sans lesquelles ils ne pouvaient pas fonctionner. On avait abattu presque tous les arbres, des moutons et des chèvres mangeaient les rejets des jeunes pousses. Pour activer la régénération de la forêt, le prince-évêque de Liège, le détenteur du pouvoir de la région à cette époque, interdit aux habitants de mener paître encore leurs animaux sur cette colline. Le nom « Abannets » provient donc très probablement du verbe « bannir », faisant référence à l’interdiction de pâturage. Het plateau van « Les Abannets » werd volledig gerooid om de lokale ijzerovens te voorzien van enorme hoeveelheden houtskool, want zonder dit konden ze niet functioneren. Men heeft er bijna alle bomen omgelegd en de schapen en geiten eten er de jonge scheuten van boompjes en struiken op. Om het bos weer een beetje in deftige staat te herstellen, verbood de Prins-Bisschop van Luik, die toen de macht had over deze regio, de inwoners om het dieren te laten grazen op deze heuvel. De naam “Abannets” komt dus waarschijnlijk van “bannir”, het verbieden. The plateau of “Les Abannets” was completely cleared to provide the local iron furnaces with maasive amounts of charcoal, because without that they could not function. They almost cut down all the trees and the sheep and goats ate all the young plants and bushes. To restore the forest, the Prince-Bishop of Liege, who had the power over this region, forbid the inhanitants to let their animals graze on the hill. The name “Abannets” probably comes from “bannir” what means banish.

Les jeux de Jardin d'O

Sur l’île aux enfants, les jeux sur le thème de l’eau amuseront petits et grands. Ce divertissement procure de la fraîcheur en été et des rires assurés. Hier in het park vindt men enkele waterattracties die zowel groot als klein kunnen plezieren. Een verfrissend idee voor warme dagen. Here in the park we can find watergames who are fun for young and old. A fresh idea for a hot day.

Vue sur Château Licot

D’ici vous pouvez admirer le château communal. L’histoire du parc : Au début des années 50, des campeurs commencent à s’installer à l’arrière du château communal de Nismes. En 1956, le Gouvernement Provincial de Namur demande au Bourgmestre de régulariser la situation vu que ce camping n’a pas reçu d’autorisation mais l’occupation et l’aménagement du camping se poursuivent puisqu’il comptera jusqu’à 35O emplacements occupés. En 1969, la Conseil communal décide de donner la gestion du camping, du bassin de natation et de la plaine de jeux à la commune. En 1998, le conseil communal prend la décision de fermer le camping. Le 31 décembre 2000, 50 ans après sa création illégale, le camping est enfin presque vide de ses occupants. « Les Jardins d’O de Nismes ». Une des idées maîtresses du projet de réaménagement du parc : les promenades en barques électriques. En 2007, la commune confie à l’Office du Tourisme le soin d’acheter et d’exploiter les barques. Les parcours en barques électriques sont inaugurés le 27 juin 2007. D’autres idées sont déjà venues enrichir le projet : • Une exposition temporaire de sculpture est organisée chaque été. • Un jardin d’orchidées a été créé. • Le petit train touristique a modifié son parcours pour permettre aux visiteurs de traverser le parc. • Prochainement, nous espérons inaugurer un espace de baignade sur l’île au soleil. Toute cette zone s’animera aussi de plusieurs cascades et torrents. Dit punt is ideaal om het kasteel te bewonderen. De geschiedenis van het park: In het begin van de 50er jaren, kwamen kampeerders zich vestigen achter het kasteel van Nismes. In 1956 heeft de gouverneur van de provincie Namen gevraagd aan de burgemeester om deze situatie te laten regulariseren, doordat de camping nooit geen toelating had gekregen maar de bezetting en verhuis van de camping bleef zich maar verder zetten tot dat er maar liefts 350 plaatsen ingenomen waren. In 1969 heeft de gemeenteraad beslist om het beheer van de camping, het zwembad en het speelplein aan de gemeente te geven. In 1998 besliste de gemeenteraad om de camping te sluiten. Op 31 december 2000, 50 jaar na het illegale creëren, werden alle resterende bezetters ontruimd. “Les Jardins d’O de Nismes”: Een van de speerpunten van de herontwikkeling van het park : Tochten met elektrische bootjes. In 2007 vertrouwde de gemeente de aankoop en beheren van de elektrische bootjes toe aan het Toerisme Kantoor van Viroinval. Het parkoers voor de elektrische bootjes werd ingehuldigt op 27 juni 2007. Andere ideëen zijn er ook al geweest om het project te verrijken: • Een tijdelijke tenstoonstelling van sculpturen wordt iedere zomer gerealiseerd. • Een orchideeëntuin werd aangelegd. • Het toeristisch treintje heeft zijn traject aangepast wat toeliet om de bezoekers het park te laten doorkruisen. • Vervolgens, hopen we nog een zwemgebied te openen op het zonne-eiland in het park. In heel deze zone komen watervallen en beken tot leven. This point of vue is ideal to admire the castel. History of the park: In the early 50’s, campers came to settle them behind the castle of Nismes. In 1956 the Governer of the province Namur asked the major to legalise this situation, because the campground never received a permission and the campers continued to settle them here until there were already 350 places taken. In 1956, the council decided to given the responsibility over the campground, the swimmingpool and the playground to the village. In 1998, the council decided to close the campground. On December 31, 2000, 50 years ofter the illegal creating all the campers had to leave. « Les Jardins d’O de Nismes »: One of the targets of the redevelopement of the park : Electric boats. In 2007 de village trusted the purchase and managing to the Office for Tourism of Viroinval. The track for the electric boats was opened on June 27, 2007. There have been other ideas to enrich the project: • A temporary exhibition of sculptures are realised every summer. • An orchid garden has been created. • The tourist train has changed his track that permitted the visitors to cross the park. • After this all, we hope to open a swimming area and a sun-island in the park. In this zone waterfalls and watercurrents come to life.

Les Orchidées

Déjà l'emblème de l'office du tourisme local, les autorités communales désiraient mettre cette famille botanique à l'honneur dans le parc de Nismes ; Inspirées de la nature environnante, trois zones distinctes ont été délimitées « Au pied des Abannets », sur le versant nord du parc : Les orchidées au coeur de l'aménagement Bien connue comme espèce protégée à l'état sauvage ou pour ses hampes florifères dans nos intérieurs, l'orchidée s'installe désormais dans nos jardins. Les orchidées tempérées s'acclimatent parfaitement dans les plates-bandes et apparaissent fidèles au rendez-vous d'année en année. Quinze espèces ont été sélectionnées afin de décliner trois genres différents selon des couleurs et des formes variées. L'élégance des fleurs et la finesse de leur port s'accorderont à merveille avec l'atmosphère prestigieuse inspirée par le parc et les bâtiments de l’administration communale. Reeds het logo zijnde van het plaatselijke toerisme kantoor, wilden de gemeentelijke autoriteiten deze botanische familie een plaats geven in het park van Nismes ; geïnspireerd door de natuurlijke omgeving, zijn er drie zones afgebakend aan de “voet van Les Abannets”, aan de noordzijde van het park: De Orchideeën in het hart van de ontwikkeling Goed gekend als beschermde soort in het wild groeiend of als fleurige stengels in huis, is de orchidee gevestigd in onze tuinen. Orchideeën acclimatiseren zich perfect in de bloembedden en bezoeken ons elk jaar opnieuw. Vijftien soorten werden geselecteerd om drie verschillende genres te kunnen tonen met verschillende kleuren en vormen. De elegantie en finesse van deze bloemen, komen overeen met de sfeer die men in het park en de gemeentelijke gebouwen wilt creëren. As being the logo of the local office for tourism, the city authorities wanted this botanical family to have a place in the park of Nismes, inspired by the natural environment, there are three areas identified at the foot of “Les Abannets”, on the north side of the park: Orchids in the heart of development Well known as a protected species that grow in the wild or as blooming stems in the house, the orchids are located in our orchid gardens. Orchids acclimatize perfectly into the flower beds and they visit us every year. Fifteen species were selected for three different genres to show different colors and shapes. The elegance and finesse of these flowers, match the atmosphere that we can find in the park and the municipal buildings.

Barques Electriques

Une aventure écologique en barque électrique. - Découvrez vos talents de capitaine. - Idéal en famille ou entre amis. - Une autre façon de découvrir le parc. Parcours d’une demi heure ou d’une heure. Tarif réduit pour les groupes et pour le combiné barque + petit train touristique. Een ecologisch avontuur met een elektrisch bootje - Ontdek je talenten als kapitein. - Ideaal met familie en vrienden. - Een andere manier om het park te ontdekken. Tocht van een half uurtje of een uur. Verminderde prijs voor groepen of een combi-ticket voor de bootjes + het toeristisch treintje. An ecological adventure with an electric boat - Discover your talents as a captain. - Ideal for families and friends. - Another way to explore the park. Tour for an hour or a half hour Reduced prizes for groups or a combination ticket for the boat + the tourist train.

Le Pont des Huit Dindons

Ce petit pont en pierre calcaire s’appelle le « Pont des Huit Dindons » : au siècle dernier huit conseillers communaux ont approuvé sa construction aux frais de la commune, alors qu’il ne pouvait servir que pour le four et le fourneau qui se trouvaient de l’autre côté de l’Eau Noire et appartenaient à la famille Licot qui était pourtant déjà bien riche à cette époque. Lors de la rénovation du parc, un deuxième pont en métal foncé a été ajouté tout près de l’ancien et sa particularité est que des 2 côtés du pont il y a huit dindons de dessinés. Deze kleine brug wordt "de Brug van de 8 Uilskuikens genoemd": Vorige eeuw waren er 8 gemeenteraadsleden die de bouw van deze brug goedkeurden met geld van de gemeentebelastingen. Deze brug had enkel als nut om de smeltovens die aan de overkant gevestigd waren en eigendom waren van de familie Licot, te bedienen. Wetende dat deze familie in die tijd al zeer rijk waren, werd er nog geld van de "kleine mens" gebruikt hiervoor. Door de renovatie van het park, werdt er een tweede brug toegevoegd bij de oude. Deze brug is gemaakt uit donker metaal en heeft aan beide zijden 8 kalkoenen erin verwerkt. This little bridge, “Pont des Huit Dindons” (Bridge of the 8 turkeys) : Last century there were eight councilors who approved the construction of this bridge with funds from the municipal taxes. This bridge just served to the furnaces on the other side of the water and who were owned by the Licot family. Knowing that this family was already very rich, they still used the “little men” to pay for it. During the renovation of park, a second bridge was placed. This bridge is made of dark metal and on both sides 8 turkeys are processed in it.

Château Bivort

Le majustueux bâtiment près du vieux mur du château est appelé à Nismes « Château Bivort ». Si ce n’était pas que Simon Bivort avait fait construire la plus grande partie de cette demeure, on aurait pu appeler cet imposant édifice aussi bien « Château de Horne », « de Baillet » ou « Château Delhalle », car les maîtres de forges de ces noms ont également habité cette maison. En l’absence d’héritiers mâles cette propriété est toujours passée de père en fille. La demeure prenait ainsi chaque fois le nom du beau-fils de maître de forges. Het majestueuze gebouw dat zich bij de oude kasteelmuur bevindt wordt in Nismes het « Château Bivort » genoemd. Ware het niet dat Simon Bivort het grootste deel van deze woning gebouwd heeft, konden we het evengoed « Château de Horne », « de Baillet » of « Château Delhalle » noemen, want deze ijzermeesters hebben er ook gewoond. Bij gebrek aan mannelijke erfgenamen werd deze eigendom altijd doorgegeven van vader op dochter. Deze woonst nam zodoende altijd de naam aan van de schoonzoon van de ijzermeester. The majestic building located near the old castle wall is the “Château Bivort”, that is what they call it in Nismes. If not Simon Bivort built most of this building, we could called it as well “Château de Horne”, “de Baillet” or “Château Delhalle”, because these ironmasters lived there to. In the absence of male heirs the property was always passed from father to daughter. This house has always received the name of the son in law for that reason.

Ruine Vieille Eglise

Sur les ruines de l’ancienne église, datant du seizième siècle et construite, elle-même sur des ruines d’un château fort du douzième siècle, et dans le cimetière fortifié, il y a encore trois pierres tombales du dix-septième et du dix-huitième siècle appartenant aux femmes des maîtres de forges de Nismes. Des fouilles archéologiques ont été menées pendant plusieurs années sur ce site. In de ruïne van de oude kerk daterend uit de 16de eeuw, die op zijn beurt gebouwd was op de ruïne van een fort uit de 12de eeuw staan er nog 3 graftombes uit de 17de en 18de eeuw die een plaats bieden aan de vrouwen van de ijzermeesters van Nismes. Archeologische onderzoeken hebben hier gedurende jaren plaatsgevonden. In the ruins of the ancient church dating from the 16th century, which at his turn was built on the ruins of a fort from the 12th century there are still three tombs from the 17th and 18th century who belong to the women of the iron masters of Nismes. Archeological investigations have been done here for years.

La Maison des Baillis (OFFICE DU TOURISME de VIROINVAL)

C'est probablement vers 1408, suite à l'invasion bourguignonne et à la destruction du château-fort, que l’on construisit sur le même emplacement une maison en pierres qui devait loger le premier bailli, Jehan d'Avignon. Les baillis étaient, sous l'Ancien Régime, les officiers de justice, délégués du Prince-évêque et détenteurs de l'argent des impôts. L'époque des Baillis prend fin en 1745. Plusieurs propriétaires se succèdent alors jusqu'en 1970, année durant laquelle la commune de Nismes fait l'acquisition afin d'y créer un musée. Aujourd'hui, entièrement restaurée, la «Maison des Baillis» est devenue la Maison du Parc naturel Viroin-Hermeton et la Maison de l’Urbanisme de l’arrondissement de Philippeville et en 2012 L'OFFICE DU TOURISME est déménager vers cette batiment aussi. Het is waarschijnlijk door de invasie van Jan de Bourguignonne (Jan zonder Vrees) en de vernietiging van het fort, dat men op deze plaats een stenen huis hebben gebouwd waar de eerste baljuw, Jehan d’Avignon, kon verblijven. De baljuw’s waren onder oude regime verantwoordelijk over het bestuur, justitie, financiën en het leger van het Prins-Bisschopdom. De geschiedenis van de baljuw’s eindigde in 1745. Meerdere eigenaars hebben zichzelf hier van het leven beroofd tot 1970, het jaar waarin de gemeente Nismes besliste om hier een museum te stichten. Nu is dit huis volledig gerenoveerd en doet het dienst als Huis van het Natuurpark Viroin-Hermeton en het Huis van Stedebouw van het arrodissement de Philippeville en in 2012 is het OFFICE DU TOURISME ook naar hier verhuisd. It’s probably because of the invasion of Jan de Bourguignonne and the destruction of the fort, that they have build a stone house for the first bailiff (Jehan d’Avignon) on this place. The sherrif’s that served under the old regime were responsible for the governance, justice, finance and the army of the Prince-diocese. The history of the bailiff’s ended in 1745. Severel owners had committed suicide here until 1970, at that moment the town Nismes decided to make a museum here. Now this house is completely renovated and serves as House of the Naturepark Viroin Hermeton and the House for Urbanism for the region Philippeville and since 2012 the OFFICE FOR TOURISM also moved here.

La Résurgence

Point de résurgence de l'Eau Noire, dont une partie du cours s'engouffre aux Grottes de Neptune, anciennement dites de "l'adugeoir". Les celtes avaient baptisé cet endroit: NEM, plus tard latinisé sous la forme de : NEMAUS. Le mot signifiait : le ciel, ou le sacré, ou encore le lieu sacré, à cause de cette résurgence qu'ils prenaient pour une source bénie des dieux, avec son eau pure qui ne gelait jamais et ne se tarissaient pas non plus. Cette résurgence constitua longtemps le centre du village, avec la maison des baillis, les ruines de l'ancienne église fortifiée, le presbytère, etc. Pendant des années, une brasserie appelée « Brasserie d’Avignon » tenue par la famille François était installée dans un des bâtiments près de la résurgence. Deze plaats is de heropleving van l’Eau Noire, waarvan een deel hiervan door de Grotten van Neptunus stroomt. Vroeger noemde men deze de “Grotten de l’adugeoir”. De Kelten doopten deze plaats met de naam: NEM, een afkorting van het Latijnse NEMAUS. Dit woord betekent: de hemel of de heilige, of ook nog de heilige plaats, en deze naam werdt gegeven doordat men dacht dat deze heropleving door de goden werd gecreëerd, met zijn zuiver water, dat nooit bevroor en nooit te wild werd. Hierrond werd het dorp gecreëerd, met het Huis van de Baljuw, de ruïne van de oude versterkte kerk, de pastorie, enz. Gedurende jaren was er hier ook de “Brouwerij van Avignon” gevestigd, beheerd door de familie François. This place is the revival of l’Eau Noire, which part of it flows trough “the Caves of Neptune”. Formerly it was called “Cave de l’adugeoir” (adugeoir = place where te water enters the grottes) The Celts named this place NEM, an abbreviation of the Latin NEMAUS. This word means “Heaven” or “Sacred” or even “Holy place”, and it was given this name because people thought that this revival was created by the gods, with its pure water that never froze and never went wild. Around this place they created the village, the House of the Bailiff, the ruins of the old fortified church, the presbytery, etc. For years there was also the Brewery Avignon established, managed by the Francois family.

Promenade découverte Nismes (OTV)

Author

Trail stats

Itinerary description

Waypoints

L'Office du Tourisme de Viroinval

Le Vieux Moulin

Borne Motorhome

Vers l'Arboretum

Vers le Fondry des Chiens

Les Sabotiers

Le Château Licot

l'Eau Noire

Les jeux de Jardin d'O

La Scierie du Fourneau

Vers Les Abbanets

Les jeux de Jardin d'O

Vue sur Château Licot

Les Orchidées

Barques Electriques

Le Pont des Huit Dindons

Château Bivort

Ruine Vieille Eglise

La Maison des Baillis (OFFICE DU TOURISME de VIROINVAL)

La Résurgence

Comments