Activity

Geetbets - Diest 21,7 km

Download

Author

Trail stats

Distance
13.46 mi
Elevation gain
433 ft
Technical difficulty
Moderate
Elevation loss
449 ft
Max elevation
256 ft
TrailRank 
16
Min elevation
62 ft
Trail type
One Way
Coordinates
427
Uploaded
October 31, 2022
Recorded
October 2022
Be the first to clap
Share

near Glabbeek, Flanders (Belgique)

Viewed 16 times, downloaded 2 times

Itinerary description

Van Glabbeekstraat, 3450 Geetbets, België

Naar 3290 Diest, België



Routering Wandel - mooiste

Waypoints

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Hotel Prins van Oranje

Vorstelijk overnachten? Dat kan in Hotel Prins van Oranje. Omringd door een mooie tuin gelegen aan de rand van Diest (afrit 25, snelweg E314 Leuven-Hasselt) biedt Hotel Prins van Oranje alle modern comfort.

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

St.-Amorkerk

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Kortenaken

De landelijke gemeente bestaat uit 5 deelgemeenten en één gehucht. In totaal zijn er 7 dorpskernen, omdat de deelgemeente Kersbeek-Miskom uit twee kerkdorpen bestaat. In het brede valleigebied van de Velpe vormen de boomgaarden een vertrouwd beeld. Daarnaast is de gemeente ook een agrarisch lappendeken: uitgestrekte akkers en weilanden komen veelvuldig voor. Kortenaken leeft van veeteelt, land- en tuinbouw. Echte dorpskernen vindt men er niet. Het is een grote lintbebouwing van kern naar kern met daarachter een agrarisch geheel. Kortenaken is de derde grootste perengemeente van België en om die reden komen er elk jaar vele seizoensarbeiders om vooral peren te plukken/sorteren en teneinde de bomen te snoeien. Het grote merendeel van de werkende inwoners zijn pendelaars die hun inkomen moeten zoeken buiten de gemeente. De gemeente telt ruim 7.500 inwoners.

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Begijnhof

Aan de rand van de historische binnenstad bevindt zich het Begijnhof, één van de 13 Vlaamse begijnhoven die deel uitmaken van de UNESCO-lijst van het Werelderfgoed. Net zoals in andere steden werd het begijnhof gebouwd op goedkope, marginale gronden buiten het centrum, in dit geval het lage, drassige terrein aan de Begijnenbeek. Het begijnhof van Diest werd in 1253 gesticht door Arnold IV, Heer van Diest, en opgeheven in 1796 tijdens het Franse bewind. Wie onder de Rubensiaanse toegangspoort uit 1671 wandelt, voelt meteen de sfeer van sereniteit, harmonie en het besloten karakter van het middeleeuwse begijnenleven. De meeste van de 90 huizen en conventen dateren uit de 17de en 18de eeuw. In enkele huizen hebben kunstenaars hun atelier ingericht. De vroegere infirmerie en het Apostelenconvent vormen vandaag, samen met CC Den Amer, het cultureel centrum van Diest. De Sint-Catharinakerk is één van de typische begijnhofkerken uit de 13de en 14de eeuw. Ze werd met eerder beperkte middelen opgetrokken en met een kleine vieringtoren gebouwd. De kerk is toegewijd aan de heilige Catharina, wiens hulp werd ingeroepen bij brand- en huidkwalen. De Sint-Catharinakerk is gesloten vanaf 2013 wegens restauratie. (bron: Diest, mijn stad)

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Kortenaken

Gebied: Molenbos Eigenaar: Gemengd openbaar Toegang: 1 juli - 31 augustus 2015

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Fietsen langs bloesems (traject)

Fiets langs een waar schouwspel van prachtige vergezichten, over velden, weiden, bosjes en fruitboomgaarden: het echte Hageland. De bloesemzee leidt je doorheen een landschap dat blijft verbazen. Tussen deze lentepracht bouwden 11 kunstenaars een speelse ode aan de natuur en de fruitteelt. Ontdek  één van de 11 bloesemkunstwerken en laat je verrassen door deze fruitige cultuurcocktail. 

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Domein Vroenhoven

'Jardin anglais' van circa 1 hectare aangelegd in het begin van de 19de eeuw bij een pachthoeve met 'huis van plaisantie' en een restant van een oude ringgracht; uitgebreid in de jaren 1860 – na

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Poortgebouw begijnhof

Traditioneel poortgebouw, met monumentale en rijk gebeeldhouwde zandstenen barokpoort aan de Begijnenstraat: korfboog geflankeerd door twee gordelzuilen op neuten; gekornist hoofdgestel met opschrift "BESLOTEN HOF/ COMT IN MYNEN HOF/ MYN SUSTER BRVIT/ 1671" bekroond met een met schelpmotief versierde nis, (barok Onze-Lieve-Vrouwebeeld) gevat tussen gecontourneerde klauwstukken, festoenen, putti en een sterk geprofileerde waterlijst; fraaie, houten makelaar in dezelfde uitbundige Rubensiaanse stijl. Aan de hofzijde, ijzerzandstenen korfboogarcade en kleine baroknis met de patroonheilige.

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Lemen wand in hoeve

Overblijfsel van een lemen wand in een hoeve, gelegen op het kruispunt van de steenweg Assent-Webbekom en de weg naar het Gasthuisbos.

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Rijnrode

Rijnrode in Bekkevoort

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Kunst- en Wijnhoeve Elzenbosch

De wijngaard "Kunst- en Wijnhoeve Elzenbosch" is gelegen in Diest.

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Kluisberg

De wijngaard "Kluisberg" is gelegen in Diest.

Meer informatie op Wikipedia

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Sint-Trudokerk (Webbekom)

Geschiedenis

Vermoedelijk stond op deze plaatsreeds in de zevende eeuw het ‘eigenkerkje’ van de heer Wicbold. In de 16de eeuw heeft de kerk te lijden gehad van de Gelderse opstanden (1507) en van de beeldenstorm (1578). Dat Webbekom het tijdens die periode erg moeilijk had door het krijgsgewoel, blijkt uit het feit dat er bijna 30 jaar moeten overgaan, tot in 1606, opdat de kerk opnieuw gewijd wordt.

Opvallend is dat in de nochtans economisch gunstige 18de eeuw, de kerk sterk in verval geraakt. Ondanks een relatieve welvaart, zouden veel abdijen hun parochiekerken verwaarlozen en de inkomsten gebruiken voor de luxueuze vernieuwbouw van de moederhuizen. Zo noteerde de deken bij een visitatie dat het bovenste deel van de toren, waarin de klok hing, dreigde in te storten. De sacristie aan de noordzijde was zelfs te vochtig voor het bewaren van de attributen. De kerkhofmuur was vervallen en ontbrak grotendeels aan de oost- en zuidzijde. Met als gevolg dat varkens, geiten, kippen en honden het kerkhof konden binnendringen.In 1785 klaagden de parochianen uit Assent de erg slechte toestand aan en beweerden ze dat de gelovigen de kerk niet meer in durfden uit vrees dat deze op hun hoofden zou neerstorten. Zelfs de pastoor en de kapelaan waagden niet meer door de grote deur naar binnen te gaan. Ze hadden daarom in de zuidelijke muur een poortje laten maken. De toren lag open, het klokkengestoelte en de zoldering was verrot. De kerkmuren vertoonden scheuren. Onder druk van de Oostenrijkse overheid die de tiendheffers van de parochies verplichtte om fatsoenlijke bedehuizen en pastorieën in te richten, werd de kerk heropgebouwd in 1790.

Architectuur

Het herstel of heropbouw van de kerken in deze periode is dan ook een van de redenen waarom we heel wat kerkgebouwen in een classicistische stijl zien verschijnen. Dat merk je hier aan de algemeen eenvoudige opbouw die in contrast staat met de meer monumentaal uitgewerkte toegang. Het voorkomen wordt overwegend bepaald door het gebruik van baksteen . Maar twee aspecten zijn interessant om op te merken. De ijzerzandsteen is nog niet verdwenen, maar neemt een minder belangrijke plaats in als sokkel van de muren. En voor de meer prestigieuze delen werd hardsteen ('arduin') gebruikt. Deze steensoort blijkt de sterk dooraderde Maaslandse hardsteen te zijn. Dit hoeft ons ook niet te verwonderen, want Sint-Truiden behoorde tot het prinsbisdom Luik. Handelsbetrekkingen met de groeven aan de Maas zullen daarom meer voor de hand gelegen hebben dan met het andere belangrijke ontginningscentrum van de hardsteen uit die periode, namelijk Ecaussinnes in Henegouwen.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

De pastorij (Webbekom)

Net naast de kerk bevindt zich de vroeger pastorij. Onder het bewind van de Oostenrijkse keizer Jozef II werden de tiendheffers van de parochie verplicht om er voor te zorgen dat de religieuze gebouwen voor gemeenschap en bedienaars fatsoenlijk en degelijk waren. Voor er deze pastorie was, hadden de dorpspastoors van Webbekom geen specifiek voorziene woonst, maar huurden een woongelegenheid of bouwden er een met eigen middelen. Sommige pastoors verbleven zelfs in Diest en namen tot ongenoegen van de parochianen zelfs niet de moeite om in Webbekom te verblijven.

In 1775, voor de kerk herbouwd werd, bouwde pastoor Eggen op deze plaats een pastorij. Op die plek was er ook een ‘straatje’ dat volgens de dorpsherder een ‘schuylplaetse was voor bedelaers ende ontuchtige lieden’. Maar bij de bouw van de pastorij saneerde Eggen drastisch de omgeving: hij kocht het straatje op en integreerde het in zijn bouwplannen.

Ook hier zijn alle kenmerken van een classicistische woonst aanwezig. Het dubbelhuis is afgedekt met een mansardedak. De middenrisaliet heeft een bijkomende verdieping en wordt bekroond door een driehoekig fronton met een radvenster. Baksteen primeert, maar het voorkomen wordt verrijkt met witte zandsteen uit Gobertange voor de omlijstingen van de rechthoekige vensters en ingangsdeur.

Voor wie goede ogen heeft: je kan volgend bouwopschrift op de plint zien, links van de ingang: ‘M. EGGEN PASTOR/ IN WEBBECOM/ 1775/ R.D./ THIBAUT RECTOR A :SP.B:/ IN MARIENDAEL.’. Thibaut was de rector van het klooster Mariëndael uit Diest en een van de voornaamste tiendheffers van de parochie.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Commonwealthgraven van de bemanning van een neergestorte Lancaster (Webbekom)

In een uithoek van het kerkhof, liggen de lichamen van de bemanning van een neergestorte Lancaster begraven. De graftekens van witte Portlandsteen zijn gemakkelijk te herkennen als graven van de Commonwealth War Graves Commission. In de nacht van 28 april 1944 om 2.20 uur haalde een Duitse Messerschmitt de Lancaster Halifax naar beneden. Het toestel explodeerde in een rode vuurbal die veroorzaakt werd door de markeerbommen aan boord. Daarmee weten we met zekerheid dat dit een toestel van de leider van een squadron was.Zeven bemanningsleden vonden de dood.

Alleen de Canadees 'Ted' Blenkisop wist in extremis zijn toestel te verlaten en kwam behouden aan de grond. Hij werd opgevangen door de plaatselijke bevolking en vond een onderkomen bij weerstander Hilaire Gemoets. Hilaire was op dat moment korpscommandant van de Belgische Partizanen en lid van de sabotagegroep ‘Groep G’. De verzetsgroep van Hilaire zocht kleding en onderdak voor de bemanning van neergeschoten vliegtuigen, verborg de piloten in de regio en hielp hen naar Engeland te ontsnappen.

Wanneer de wonden van Benkisop hersteld waren, zocht Hilaire een veiliger schuilplaats in Meensel-Kiezgem. Dat bleek achteraf een foute inschatting te zijn. Op 11 augustus organiseerde de Duitse overheid in samenwerking met de 'Stormgroep Verbelen' een razzia op beide dorpen. Vele inwoners werden naar de concentratiekampen gevoerd. Ook Blenkisop werd gevat en met de Belgische gevangenen weggevoerd. Hij werkte als dwangarbeider in Hamburg en bezweek in Bergen-Belsen aan een 'hartaanval'. Squadron Ldr Blenkisop heeft geen bekend graf.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

K24 - Verdeelwerk en pomp

Voor we de werking uitleggen, moet je weten dat het wachtbekken bestaat uit twee delen die zowel apart als samen kunnen fungeren, namelijk een binnen- en een buitenbekken. Beiden worden van mekaar gescheiden door een dijk. Het buitenbekken sluit aan bij de wallen van Diest.

Op deze plaats wordt het overtollige water van de Leugebeek in het wachtbekken ‘Webbekoms Broek’ gelaten. In normale omstandigheden watert de Leugebeek af in de Kleine Leigracht in het buitenbekken. Dat kan vanzelfsprekend alleen wanneer de waterstand in het Broek lager is dan in de Leugenbeek. Maar wanneer bij overvloedige regenval het buitenbekken als waterreservoir geactiveerd wordt, wordt het water van de Kleine Leigracht en dus ook van de Leugenbeek opgestuwd. Om te beletten dat men stroomopwaarts van de Leugenbeek in de dorpskern van Webbekom wateroverlast krijgt, kan een schuif in dit kunstwerk K24 er voor zorgen dat de Leugenbeek losgekoppeld wordt van de Kleine Leigracht. Praktisch gebeurt dit wanneer het water van de Kleine Leibeek stijgt tot het peil van 21m. Het water stroomt dan de pompkelder binnen en wordt naar het binnenbekken overgepompt. Dat gebeurt zomaar eventjes aan een debiet van 2m3 per seconde voor de permanent aanwezige pompen. Door het plaatsen een extra pomp kan met het debiet met nog eens met 2m3 per seconde verhogen.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Natuurbeheer: kwijnende populerenaanplant

Op meerdere plaatsen in het bekken zien we kwijnende populierenbossen. Hoewel deze bomen vrij goed tegen een natte bodem kunnen, zijn langdurige overstromingen nefast en kwijnen deze bomen weg. De aanplant van populieren is helemaal geen natuurlijke vegetatie. Wanneer in de jaren 1950 en 1960 de economische voordelen van gras- en hooilanden wegvallen, werd geïnvesteerd in de aanplant van de canadapopulieren. Maar na een kwarteeuw bleken deze voordelen er niet meer te zijn. Lucifers werden vervangen door de wegwerpaansteker en het hout voor goedkope meubels of spaanplaten kon veel goedkoper ingevoerd worden vanuit Rusland. Bovendien kenden we in de jaren 1990 een ziekte onder de populieren.

De bedoeling van het natuurbeheer is om terug te keren naar de meer oorspronkelijke graas- en hooilanden. In het beleidsplan is dan ook voorzien dat de populierenbossen gerooid zullen worden. Maar ANB weet dat een dergelijke ingreep zeer gevoelig ligt bij de doorsnee natuurliefhebber en goede communicatie van het 'waarom' is dan ook een belangrijke opdracht voor het ANB.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Natuurbeheer: rietlanden

In het binnenbekken zien we dicht tegen de dorpskom uitgebreide rietvelden, terwijl verderop, dichter tegen de Demer aan graslanden liggen. Iedereen verwacht spontaan dat het dichter bij de rivier natter is, maar dat is zelden waar. De bodem aan de rivieroevers is zandiger en ligt zelfs iets hoger dan het omgevend land. Dit zijn de oeverwallen waar bij overstroming zwaardere zandkorrels werden afgezet. Verder van de rivier overheersen in de bodem de kleinere kleikorrels. Deze houden het vocht langer vast. Maar beslissend voor de natte klei is het kwelwater dat van de omringende hoger gelegen heuvels hier aan de oppervlakte komt.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Bloemenrijk voorjaar aan de Keerdijk

Hoewel een vochtig en nat gebied eerder zijn soortenrijkdom in de zomer zal laten zien, kan je in mei reeds aan de Keerdijk overdonderd worden door de overdadidge pracht van het fluitekruid, meidoorn en tal van bloeiende grassoorten.

Deze weg, de Keerdijk, liep van de kerk van Webbekom naar de spoorweg. De oude benaming voor deze dijk was Keerwei en werd reeds vernoemd in de 15de eeuw. ‘Keer’ komt van ‘kar’ en de weg was dus een brede drogere wei waarover meerdere karren naast mekaar naar de stad konden rijden. Pas in de 18de eeuw wordt ‘wei’ gewijzigd in ‘dijk’. De betekenis van dijk is deze van een weg die opgehoogd werd ten opzicht van het omringende land. Uiteraard met de bedoeling om zowel winter als zomer een droge weg door de broeken te hebben.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

K30 - Klepstuw op de Grote Leigracht

Het binnen- en buitenbekken zijn hier met mekaar verbonden door de Grote Leigracht. De bekkens kunnen van mekaar gescheiden worden door deze klepstuw. Door deze omhoog te trekken wordt alleen het binnenbekken gevuld. Indien nodig wordt de stuw gecontroleerd naar beneden gehaald, zodat ook het buitenbekken aansluitend bij de wallen van Diest kan gevuld worden.

Om het binnenbekken leeg te laten lopen moet de verbinding hersteld worden en wordt de klep neergelaten. Het water stroomt nu via de Grote Leigracht en de sifon waarover we het later zulle hebben onder de Demer door en wordt geloosd in de Zwarte Beek. Om je er nog even aan te herinneren: er komt geen druppel water van de Demer in het wachtbekken. Alleen het water van belangrijke zijbeken, zoals de Begijnenbeek wordt in het bekken opgevangen.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

De oude spoorwegzate van Lijn 22

Deze oude treinbedding maakte deel uit van de spoorlijn 22 tussen Tienen en Diest. De lijn werd op 27 mei 1878 in gebruik werd genomen.

Bij de studies werden twee tracés voorgesteld. Er was het korte tracé van 25 kilometer. Een tweede tracé was 32 kilometer lang en nam een meer oostelijke route in de vallei van de Gete, langs Budingen en Geetbets. De keuze viel op dit langere tracé. Dat bleek niet alleen technisch eenvoudiger te realiseren maar het zou het de ontsluiting van de Tiense suikerindustrie ten goede komen. Het station van Grimde, de eerste stop na station Tienen, lag immers dicht bij de industriële vestiging. Van tienen tot Drieslinter was de lijn dubbelsporig. Het traject Drieslinter-Diest was enkelsporig. De lijn werd nooit geëlektrificeerd.

Iin de jaren 1950 werdhet autobusvervoer populair. Je hebt er minder infrastructuur voor nodig en de verkeersroutes kunnen intenser en flexibeler uitgebouwd worden. In 1957 werd dan ook het reizigersverkeer op lijn 22 stopgezet. Het goederenverkeer werd vanaf dan ook in stappen stopgezet om in 1988 volledig opgeheven te worden.

Het verdwenen station

Het station dat hier gestaan heeft, werd gebouwd in 1910. De gemeente Webbekom had toen reeds een weg naar Zelem aangelegd en het station werd aan de kruising van die weg met de spoorbaan gebouwd. Zelem heeft echter nooit een aansluiting op die weg voorzien. Het station was geen succes en in de jaren 1920 werd de halte opgeheven.

Wanneer we naar een zeldzame foto van het station kijken, dan blijkt dit een behoorlijk gebouw geweest te zijn. Volgens de typologie van de spoorwegstations van de Belgische Staat, behoort dit station tot ‘Type 1893’. Het gebouw bestond uit drie delen: een centraal deel bestaande uit twee bouwlagen onder een zadeldak, een lage zijvleugel aan de ene kant en een L-vormige lage vleugel aan de andere kant. Het centrale gebouw diende als woning voor het gezin van de stationschef. Op het gelijkvloers was daar ook het loket voorzien. De woning voor het gezin was ruim bemeten met beneden een woonkamer en een keuken en boven verschillende slaapkamers. De wachtzaal was in de lange vleugel ondergebracht. Verder was er ruimte voorzien voor magazijn, washok, toilet, lampenlokaal en kolenhok.

Huidige toestand

De spoorlijn is volledig opgebroken. Op de bedding werd een fiets- en wandelpad aangelegd, in beton, gaande van Halen aan de autoweg E314 tot aan lijn 36 in Tienen (28 km). In Grimde bij Tienen is de bedding over 1,5 km ingenomen door een afgesloten bedrijf. De lijn die door het binnen- en buitenbekken loopt, kan wel bewandeld worden, maar is niet als fietspad ingericht. De oude spoorwegzate is hier volledig in beheer van het Agentschap voor Natuur en Bos.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Op de grens van droog en nat (Webbekom)

Niet toevallig noemt de baan die van webbekom naar het recreatiedomien 'de Halve Maan' leidt, de 'Badstraat'. Deze weg slingert letterlijk op de scherpe grens tussen droog en nat. Aan de ene kant, afgezoomd door de canadapopuieren, hebben we de natte kleigronden. Aan de andere kant zien we de drogere leemgronden die voor akkerbouw bestemd zijn.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

De Zevenslaper

Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Het begijnhof: bang afwachten in het quarantainehuis

Net naast de ingang en afgezonderd van de rest van het hof, lag het quarantainehuis. In het ancien regime hadden verzorgende instellingen zoals kloosterordes die zich tijdens epidemies ambulant inzetten om zieken thuis te verzorgen of overledenen te begraven, een quarantainehuis. Na hun gevaarlijke taak verbleven de ziekenverzorgers hier, afgezonderd van de rest van de gemeenschap, tot men zeker wist dat ook zij niet besmet waren. In periodes van pest duurde een quarantaine veertig dagen. In geval van dysenterie was dit slechts 10 dagen. Net zoals de infirmerie lag het quarantainehuis aan de rand van het hof om besmettingsgevaar te beperken. Contact met de gezonde bewoners werd vermeden: eten en drinken werd voor de deur gezet of met een stok aangereikt.



Auteur:

PictographWaypoint Altitude 0 ft

Het begijnhof: een beeld van de zorgende grauwzusters in het Engelenconvent

Het ‘Engelenconvent’, waarin vandaag het museum van de grauwzusters gevestigd is, heeft historisch niet direct iets te maken met de grauwzusters. Het was een typisch convent waar begijnen samenwoonden. Het is vandaag eigendom van de grauwzusters en de prachtige collectie is een interessante getuigenis over het leven van deze orde in Diest, maar ook van de orde in het algemeen. Grauwzusters zien we immers in veel steden. Het waren godsvruchtige vrouwen die leefden zonder een formele kloostergelofte af te leggen. Ze verplichtten zich tot werken van naastenliefde en tot een sobere levenswijze. Zoals we verder zullen zien, was deze orde zeer actief tijdens epidemies en vestigden zich vaak op uitnodiging van de magistraten in de stad. De zusters realiseerden in Diest diverse eigen zorginstellingen: een gasthuis, een kraamkliniek, een ziekenhuis, een psychiatrische instelling en een rustoord voor ouderen.

Het museum wordt beheerd door het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael in Diest, bekend van het project Te Gek !?, dat geestelijke gezondheidszorg uit de taboesfeer wil halen. Het bestaat uit een achttal kamers die elk focussen op een bepaald aspect van het leven en de taak van de grauwzusters: de zorg aan huis, het religieuze, de figuur van Franciscus van Assisi enzovoort. In 2008 verlieten de laatste zusters van de orde Diest. Dankzij het museum blijft hun werk in de herinnering levend.



Auteur:

Comments

    You can or this trail