Activity

De Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km)

Download

Trail photos

Photo ofDe Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km) Photo ofDe Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km) Photo ofDe Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km)

Author

Trail stats

Distance
5.76 mi
Elevation gain
469 ft
Technical difficulty
Moderate
Elevation loss
299 ft
Max elevation
365 ft
TrailRank 
34
Min elevation
365 ft
Trail type
One Way
Time
one hour 21 minutes
Coordinates
123
Uploaded
June 20, 2022
Recorded
June 2022
Be the first to clap
Share

near Woluwe-Saint-Lambert, Brussels-Capital Region (Belgique)

Viewed 73 times, downloaded 4 times

Trail photos

Photo ofDe Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km) Photo ofDe Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km) Photo ofDe Groene Wandeling 7: Roodebeek - Bosvoorde (9,3km)

Itinerary description

De Groene Wandeling is een 56 km lang tracé (60 km voor fietsers) door de tweede groene kroon rond de stad Brussel, bedoeld voor zowel wandelaars als fietsers. De Groene Wandeling is volledig bewegwijzerd en beschreven in een gratis gids met detailkaarten.
Je wandelt door bijna alle gemeenten van het Brusselse gewest en daarbij worden nogal wat parken, groene bufferzones, beekvalleien, natuurreservaten en partijen bos aan elkaar gelinkt. Langere momenten van stilte en echt wilde natuur zijn eerder schaars. Op je circulaire tocht rond Brussel moet je immers alle vervoerslijnen kruisen die naar het centrum lopen. Er zijn ook passages bij waar je tussen bebouwing wandelt, langs een drukke verkeersweg of soms zelfs tussen industrie. De Groene Wandeling trekt je niet weg uit de stad in een groene cocon maar laat je kennis met het mooie groenbeleid van Leefmilieu Brussel in de meest verscheiden vormen.
https://leefmilieu.brussels/themas/groene-ruimten-en-biodiversiteit/de-groene-wandeling
http://www.trekkings.be/degroenewandeling.html
Teksten en foto's: © Luc Selleslagh 2014 - 2022 Trekkings.be

Waypoints

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of01 Lenneke Mare Photo of01 Lenneke Mare Photo of01 Lenneke Mare

01 Lenneke Mare

De kapel werd gebouwd in de 14de eeuw rond het miraculeuze verhaal van 'Alleyndiger Maria' (= 'Ellendige Maria' met 'ellendig' in de zin van 'ongelukkig'). Dat werd dan verbasterd in het Vlaams tot 'Lenneke Mare' en veel later vertaald in het Frans als 'Marie-le-Misérable'. Maria, een bloedmooi meisje van eenvoudige boerenkomaf koos voor een leven als kluizenaarster bij een heiligdom in plaats van te trouwen en kinderen te baren. Haar leven buiten bidden besteedde ze aan goede werken. Op een dag kwam er een rijke edelman langs die totaal van slag was van haar schoonheid. Hij vroeg haar onmiddellijk ten huwelijk. Tot zijn woede ging de devote Maria echter helemaal niet in op zijn avances. Hij besloot wraak te nemen toen ze op bezoek was bij een familielid van de edelman. Die verstopte een kostbare beker in de bagage van de jonge vrouw. Toen aan het licht kwam dat de verdwenen beker in Maria's bagage zat, werd ze beschuldigd van diefstal. Voor die geënsceneerde misdaad werd ze veroordeeld, levend begraven en werd haar borst met een houten staak doorboord. Toen ze haar laatste adem uitblies, verschenen er 13 engelen aan de hemel om de martelares te eren. Zo'n straf verhaal lokte eind 13de eeuw vele bedevaarders en een eerste heiligdom werd al snel vervangen door een grotere stenen kapel in de 14de eeuw. Die kon wellicht worden gebouwd door de vele offerandes die de bedevaarders brachten. De volgende eeuwen werd het gotische gebouw nog sterk aangepast. De plaats was trouwens over de eeuwen heen vaak een twistappel tussen eigenaars en vermeende rechthebbenden omwille van die grote inkomsten die het bedevaartsoord genereerde. Wellicht sinds de 13de eeuw en tot vandaag vindt er jaarlijks nog steeds een bedevaart plaats, op Tweede Paasdag. De kapel, opgetrokken in natuursteen, is sinds 1959 een beschermd monument. Je kan ze dagelijks bezoeken als er geen dienst plaats vindt. Officieel is de kapel van Lenneke Mare gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw der Zeven Smarten. Onder de kunstwerken in de donkere kapel oa een merkwaardige 16de eeuwse offerpaal. Naast de hooggotische kapel staat nog een 17de eeuws kloostergebouw.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of02 Woluwe

02 Woluwe

Na de Zenne is de Woluwe misschien wel de meest belangrijke waterloop van het Brusselse. Maar liefst 3 gemeenten dragen de naam van de rivier: Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe en het vandaag tot Zaventem behorende Sint-Stevens-Woluwe. Wandelend langs de Woluwe te Sint-Lambrechts zie je eerder een kabbelende brede beek dan de snelle rivier waar ze ooit voor bekend stond, het gevolg van eeuwenlange menselijke ingrepen aan de Woluwe. De herkomst van de naam 'Woluwe' is niet geheel duidelijk. De meest aangenomen verklaring is dat de naam uit het Germaans afkomstig is: 'wel' of 'woel' (bron) en 'ewe' of 'ouwe' (water). De bronnen van de Woluwe liggen in het Zoniënwoud. De rivier wordt eigenlijk gevormd door een samenvloeiing van bosbeken en de overloop van de vijvers die ze vormen. Dat brongebied ligt te Bosvoorde aan de huidige rand van het woud bij het park van Tournay-Solvay (einde van deze etappe). Die beken uit het Zoniënwoud zijn De Zwanewijdebeek, Karregat en de Vuilbeek. Ongeveer 11 km lang is de totale loop van de Woluwe, waarvan zowat de helft in het Brussels Gewest. De Woluwe loopt tot in Vilvoorde en was oorspronkelijk een zijrivier van de Zenne. Er is vreselijk veel geknoeid aan de loop van de Woluwe over de eeuwen heen. Net zoals bij de Zenne was het stroomgebied van de Woluwe vooral een moerassige vallei door bebost gebied, misschien wat zoals de huidige beekvalleien in het Zoniënwoud. In de middeleeuwen werd al een aanvang genomen met kanalisering voor watermolens en het afdammen van vijvers voor viskweek. De Woluwe telde in het gebied waar we De Groene Wandeling volgen tot eind 18de eeuw tientallen vijvers en watermolens. In de 19de en 20ste eeuw werden vijvers dicht gegooid of verkleind voor de aanleg van boulevards en parken. De bouwwoede kende nog een sterke uitbreiding in de 20ste eeuw met oa de verkavelingen te Sint-Lambrechts en de aanleg van de Woluwelaan rond 1964. De Woluwe werd in de 19de en 20ste eeuw eerder als een hinderlijk landschapselement beschouwd en net als de Zenne werd ze overkapt over grote delen. Vele vijvers werden dicht gegooid en de watermolens verdwenen allemaal op de Lindekemalemolen na. De kentering kwam er in de jaren '80 van de 20ste eeuw. Het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) begon vanaf dan een aktief beleid te voeren rond de herwaardering en herinrichting van de Woluwevallei. Er kwamen beschermende statuten, grond werden aangekocht met het oog op groenontwikkeling, bestaande parken werden verjongd en de gerioleerde Woluwe werd tussen de molen van Lindekemale en het Ter Bronnenpark (500 meter) weer naar de oppervlakte gehaald. Het water van de Woluwe, afkomstig van bronnen en regen, is altijd vrij proper geweest, in tegenstelling met dat van de Zenne die echt als de afwateringsriool van Brussel werd beschouwd. De veel propere Woluwe dankt zijn waterkwaliteit wellicht ook aan het feit dat ze nogal wat vijvers voedt die anders snel een stinkende boel zouden vormen indien de Woluwe ook voor afvalwater zou worden gebruikt. Al vroeg kreeg de Woluwe collectors en een parallel ondergronds kanaal voor afvalwater.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of03 Lindekemalemolen

03 Lindekemalemolen

Vandaag nog de enige overgebleven watemolen op de Woluwe maar de Lindekemalemolen is wellicht ook de alleroudste geweest op de rivier. Hij wordt al vermeld op een document uit 1129 als geschonken eigendom aan de abdij van 't Park (Heverlee). Later maakte hij als banmolen deel uit van een plaatselijk landgoed, bestaande uit ondermeer een kasteel, boerderij, kapel en brouwerij. Nogal wat watermolens op de Woluwe deden dienst als papiermolen, ook de Lindekemolen. Hij werd ook vele eeuwen gebruikt als bloemmolen. De naam komt wellicht van de plaatselijke gehuchtnaam 'Lindeke'. Lindekemale was dan de plek waar werd gemaald te Lindeke. In de 19de eeuw werd hij nog voor papierdeeg gebruikt en hij eindigde zijn industriële carrière in de 20ste eeuw met de verwerking van snuiftabak en cichorei en diende ook een brouwerij. De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe kocht de vervallen molen aan in 1955 en voerde doorgedreven restauraties uit. Vanaf de jaren '60 werd er er een restaurant in onder gebracht. Tussen 2000 en 2005 werdenzowel de molenraderen als het toevoerkanaal grondig gerestaureerd door de gemeente en het Brussels Gewest, waarbij stroomopwaarts ook de Woluwe weer aan de oppervlakte werd gebracht. Een nieuw lateraal toevoerkanaaltje met betonnen steunmuren zorgt nu vanaf de moerassen via de Struykbeek voor constante watertoevoer naar het rad. Bemerk ook onderaan het molengebouw, dat nu door de gemeente als restaurant wordt verhuurd, een klein bronnetje. In de vallei van de Woluwe ontspringen talloze bronnen. De Lindekemalemolen is één van de nog slechts twee bestaande watermolens in het Brussels Gewest. De andere ligt in Ukkel en ook daar zal De Groene Wandeling langs lopen.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of04 Brullende leeuw

04 Brullende leeuw

Een standbeeld van dierensculpteur Raymond de Meester de Betzenbroeck (1904 -1995). De Meester maakte dit beeld in opdracht voor Expo 58. De Brullende Leeuw verwelkomde bezoekers op de Heizel bij een voetgangersbrug boven het tentoonstellingsterrein. Na de wereldtentoonstelling kreeg de leeuw een plaats in het Maloupark. De leeuw had bezoekers moeten verwelkomen die langs hier de boulevard naar het stadion van Sint-Lambrechts-Woluwe zouden nemen. Die weg werd nooit afgewerkt, het is nu de mooie, brede bosdreef waarover De Groene Wandeling loopt door het Maloupark en die is afgezoomd met dubbele rijen populieren waartussen ook voetpaden zouden worden aangelegd.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of05 Maloupark & kasteel Photo of05 Maloupark & kasteel Photo of05 Maloupark & kasteel

05 Maloupark & kasteel

Het gebied in de omgeving van het huidige kasteeldomein is wellicht al bewoond sinds de ijzertijd. In de vroege middeleeuwen maakte het deel uit van de heerlijkheid Woluwe. Wanneer hier een eerste kasteel werd gebouwd is niet vlot te achterhalen, feit is dat de familie Preud'Homme in 1654 door schuldenlast afstand moet doen van hun kasteel hier. Het wordt via de superintendant van de pandhuizen doorverkocht aan de Jezuïetenorde in 1654. De Jezuïeten zijn in die periode op nogal wat plaatsen aanwezig in onze contreien, mede door het sterk katholiek gericht beleid van de aartshertogen Albrecht en Isabella in het begin van de 17de eeuw. De paters Jezuïeten gebruiken het kasteel als buitenverbijf. Het moet een fraai geheel zijn geweest in de 17de eeuw, want het stond bekend onder de naam 'speelgoet' en was niet gelegen op de huidige locatie maar middenin de grote vijver! De fundamenten liggen nu nog in die vijver. De jezuïeten bouwden dit groene oord in de 17de en 18de eeuw uit tot een groter geheel van maar liefst 37 ha park, weiden en vijvers. In 1773 werden ze verjaagd nadat de Jezuëtenorde door de paus werd opgeheven. De Luikse bankier Lambert de Lamberts koopt het hele domein op en laat het waterkasteeltje afbreken. Hij bouwt er in 1776 wat hogerop een groter kasteel in neoklassieke stijl. Het domein zal na zijn dood verschillende eigenaars kennen, waaronder de kleurrijke persoonlijkheid van Pierre van Gobbelschroy (1787 - 1850). Van oorsprong is hij een Leuvenaar die snel politieke carrière maakt onder het Franse en Hollandse bewind. Na de Belgische afscheiding moet hij als Orangist een stap opzij zetten. Hij vertoeft vooral in Parijs maar brengt de zomerse dagen door in zijn kasteeldomein te Sint-Lambrechts-Woluwe tesamen met zijn levensgezellin Marie Lesueur, een Franse sterdanseres aan de Muntschouwburg. an Gobbelschroy bouwt het domein over de jaren heen verder uit tot een mooi en aangenaam verblijfsdomein. Op 3 oktober 1850 pleegt hij echter zelfmoord als gevolg van een zware financiële tegenslag. Hierdoor wordt Marie Lesueur verplicht om het kasteel van de hand te doen. De invloedrijke politicus Jules Malou koopt 'het optrekje' in 1853. Het park was toen al uitgebouwd tot landschapspark met romantische paden en vijvers (waarin tot vandaag echter ook nog een paar elementen van een Franse tuin zijn te herkennen). Malou is een machtig financier en sterk katholiek geïnspireerd politicus in het jonge België. Ook op het Woluwse verenigingsleven zal hij stevig zijn stempel drukken, wat verklaard dat later het domein naar hem zal worden genoemd omwille van zijn betrokkenheid met Woluwe en Etterbeek. Het blijft na zijn dood nog in de familie. In 1952 komt het Maloukasteel in handen van de gemeente Sint-Lambrecht-Woluwe. Begin jaren '70 wordt een grondige restauratie doorgevoerd. Enkele jaren eerder verloor de nabijgelegen grote vijver een derde van zijn grootte door de aanleg van de Woluwelaan. Het kasteel werd de voorbije decennia gebruikt als trouw- en receptiezaal.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of06 Spoorwegfresco

06 Spoorwegfresco

De reuzegrote muurfresco op de opslaggebouwen is van het bedrijfje Art Mural, waarvan David Vandegeerde en Georgios Oreopoulos de kern vormen. Sinds 1984 hebben ze ontelbare muurschilderingen in het Brusselse gerealiseerd, waaronder een flink deel van 'de komische striproute' in het Brussels Gewest. In dit monumentale werk hier, herken je ongetwijfeld een aantal plekken die we eerder langs De Groene Wandeling passeerden. De muurschildering werd aangebracht in het jaar 2000.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of07 Spoorwegwandeling Photo of07 Spoorwegwandeling Photo of07 Spoorwegwandeling

07 Spoorwegwandeling

De beslissing om spoorlijn 160 aan te leggen om zo Brussel vanuit het station Leopoldwijk te verbinden met Tervuren, werd genomen in 1877. Eigenlijk was dat laat, de belangrijkste spoorlijnen die Brussel met de rest van België verbonden, waren toen al vele jaren in bedrijf. In 1881 werd een eerste deel tot Oudergem open gesteld, de lijn werd afgewerkt tot Tervuren in 1882. Dit spoortraject was een redelijk succes zowel wat passagiers- als goederenvervoer betrof. Eind jaren '20 ging het minder en een nieuwe uitbater kocht de treinverbinding op van de Nationale Spoorwegen: de 'Société Générale de Chemins de Fer Economiques'. Deze maatschappij gebruikte spoorlijn 160 voor een groot testproject. Na de opgedane ervaring met het electrificeren van tramlijnen, werd dit de eerste spoorlijn in België die werd geëlectrificeerd. De lijn werd ook gemoderniseerd en er kwamen extra stations, wat bijdroeg tot een succesvolle uitbating, vooral rond de oorlogsjaren. Eigenlijk had deze uitbating met zijn 9 haltes onderweg op amper 13 km meer weg van een bovengrondse metrolijn avant-la-lettre. Volgens het spoorboekje deed de trein slechts 23 minuten over de rit, ondanks de vele stops. Begin jaren '50 liepen de zaken minder door de concurrentie met de auto en de meer directe tramlijn. Spoorlijn 160 kwam in 1958 weer in handen van de NMBS. Die schafte het passagiersvervoer af na Expo 58 maar gebruikte de lijn nog voor cargo tot 1970. De sporen en de meeste bruggen werden opgebroken in 1972 en de bedding werd daarna gebruikt voor oa de tram en metro en de E411. Een andere deel werd wandelpad. Bij deze 'spoor-wandelverbinding' liggen ook de kiemen voor een veel langer 'groen wandellint' door de tweede kroon rond Brussel, vandaag dus gerealiseerd als De Groene Wandeling. De geslaagde omvorming van de spoorbedding naar wandel- en fietspad, paste ook perfect in het Brusselse plan voor het groene (natuur) en blauwe (water) netwerk.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of08 Spoorwegkalligrafie

08 Spoorwegkalligrafie

Een kunstwerk van Daniël Steenhaut, geplaatst ter hoogte van het oude station van Woluwe. Dit beeldhouwwerk won in 2001 een wedstrijd van het Brusselse Gewest. Uitbeelding van stukken spoorweg 'die elkaar ontmoeten' en kronkelend tot leven komen. Op de plek van de kruising vormen ze een silhouet van man en vrouw die elkaar de hand reiken.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of09 Oudergemse school

09 Oudergemse school

Let even op het schoolgebouw. Daar stond vroeger het treinstation van Oudergem. Dat brandde af in 1972. In de architectuur van de school herken je de vorm van een grote treinwagon.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of10 Tedescolaan

10 Tedescolaan

Deze straat verbond vroeger het Oudergemse treinstation met het centrum van Oudergem. Ze werd aangelegd in de jaren '80 van de 19de eeuw, rond de openingsperiode van de spoorlijn en ook in een tijd dat Oudergem heel wat nieuwe straten aanlegde in het kader van de oprukkende verstedelijking. Niet bijster origineel was de eerste naamgeving: Statielaan. Het was de bedoeling dat de nieuwe laan naar het station enige grandeur moest uitstralen met winkels enzo maar zover kwam het nooit. Later verloor de laan ook zowat de helft van haar lengte. In de jaren van de Eerste Wereldoorlog begon men in groter Brussel straten te hernoemen als gevolg van dubbele straatnamen. Het gemeentebestuur van Oudergem ging daarbij creatief te werk: De nieuwe naam zou de 'Geleerde Hondlaan' worden. Hoe kwam men daarbij? In de Statielaan woonde de molenaarsfamilie Tedesco, die behalve een maalderij ook over een aantal zeer goed afgerichte honden beschikte. Een van die honden, een groenendaler met de naam 'Jules du Moulin', kaapte in die tijd zowat alle hoogste prijzen weg op hondenshows. De Geleerde Hondlaan dus, maar dat was buiten een aantal buurtbewoners gerekend die de naam belachelijk of zelfs vernederend vonden. Dat plan werd dus maar afgevoerd en het inspiratieloze 'Vertreklaan' kwam vanaf 1916 in de plaats. De familie Tedesco zou veel later alsnog eerherstel krijgen, zij het postmortem. Tijdens WO II moest de familie een bijzonder zware dodentol betalen voor hun aktieve deelname in het verzet. Eén lid stierf als vliegenier, twee anderen werden gedeporteerd naar concentratiekampen en overleefden dat niet maar de straatnaam om de familie te herdenken kwam er wel.

PictographWaypoint Altitude 0 ft

11 Emile Idiersstraat

Oorspronkelijk was deze een straat een pad met de naam Langegrachtdam. Die liep langs de Woluwebeek zelfs nog een eind door de Woluwevallei. Toen er zich wat ambachtelijke bedrijfjes gingen vestigen, werd het eind 19de eeuw de 'Impasse des Fabriques'. Eén van die bedrijfjes was de katoenververij van Emile Idiers. Het afvalwater werd zomaar in de Woluwe geloosd en veranderde de waterspiegel van de Woluwe in alle kleuren van de regenboog. Blijkbaar vond men dat nog plezant en mooi ook, in die mate dat het wegje van het Oudergemse gemeentebestuur in 1916 de officiële naam kreeg van Duizend Kleurenstraat! Dat ze nogal creatief waren qua straatnamen leerden we al uit het verhaal van de Tedescolaan hierboven. In 1922 werd de straat, ter gelegenheid van de heraanleg dan naar de eigenaar van de katoenverffabriek genoemd. En waar is die Woluwe gebleven? Diep onder de grond gestopt. Ook nogal wat vijvers zijn dichtgegooid, ten voordele van appartementsblokken.

PictographWaypoint Altitude 0 ft

12 Herrmann-Debroux

De dubbele verkeersweg met druk bus- en metrostation die we kruisen is bekend uit de fileberichten als 'het Debroux-viaduct'. Eigenlijk is dat kompleet fout. Een korte toelichting. In Oudergem hebben de politiekers zichzelf nogal goed bedeeld wat straatnamen betreft. Eén van de meer belangrijke wegen kreeg de naam van burgemeester Carl Herrmann (1877-1965), nog voor diens dood. Carl Herrmann was de zoon van een naar Brussel uitgeweken handelaar in importgoederen. Hij werd burgemeester van Oudergem in 1912 en werkte aan een integratie van Oudergem bij een groter Brussel. Tijdens de oorlogsjaren begon hij documenten te ondertekenen met de naam Herrmann-Debroux. Die naamsverandering was ongetwijfeld ingegeven uit patriottistische motieven, om zichzelf te beklemtonen als Belg tijdens de bezettingsjaren. Debroux was de familienaam van zijn echtgenote. Herrmann slaat dus niet op een voornaam maar op een familienaam en wordt trouwens geschreven met dubbele r en dubbele n. Je zou het dus nog eerder 'het viaduct Herrmann' dan 'het viaduct Debroux' moeten noemen. Een echt viaduct is het trouwens ook niet. De naamgeving van Hermann-Debroux werd in 1925 verbonden aan de gelijkvloerse laan, die werd aangelegd in een laaggelegen, nogal moerassig gebied. De hoger lopende weg, 'de tweede etage', is het eindstuk van de autosnelweg E411 (Luxemburg - Brussel), het resultaat van de obsessie tot in de jaren '70 om autosnelwegen en boulevards te laten doordringen tot in hartje Brussel.

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of13 Senypark

13 Senypark

Dit kleine stadspark (iets meer dan 3 hectaren) draagt de naam van de industrieel Albert Seny. Die kocht hier in dit toen nog erg landelijke maar moerassige deel van de Woluwevallei in Oudergem een watermolen op die al honderden jaren in bedrijf was. Hij transformeerde de molen naar een katoenverffabriekje. De hele omgeving wordt begin 20ste eeuw onteigend door de Belgische Staat. Leopold II wil hier één van zijn grote boulevards doortrekken, de later naar hem genoemde Vorstlaan, en daarvoor moest de inmiddels ontwikkelde ambachtelijke industrie hier wijken. Die was overigens behoorlijk vervuilend geworden. Er stond een soort stinkfabriek die antiseptische produkten vervaardigde. Naast de Vorstlaan komt zo een vrij groot gebied tientallen jaren braak te liggen. Van kwaad naar erger, tijdens het interbellum was het gebied een stortplaats van de gemeente Oudergem en de kazerne van Etterbeek. In de jaren '50 worden plannen ontvouwd om hier een landschapspark in te richten met de Woluwebeek als centrale wateras. Toch wordt het geen klassiek Engels landschap, het park is uitgetekend in een meer geometrisch patroon en de beplanting is zorgvuldig gekozen. De Woluwe zelf is afgelijnd met wilgen en populieren maar elders zijn meer exotische soorten aangeplant zoals in een arboretum. Opvallend is ook dat de beplanting is ingedeeld in geurensoorten en de paden hebben verschillende soorten verharding. De bedoeling was om van het Senypark een wandelvriendelijk park te maken voor blinden en slechtzienden. Sinds 1963 is het park opengesteld

PictographWaypoint Altitude 0 ft
Photo of14 Ten Reukenpark

14 Ten Reukenpark

Ten Reukenpark De naam suggereert misschien dat ook dit park is opgebouwd rond bomen- en plantengeur maar dat klopt niet. 'ten reuken' is wellicht een oud woord voor 'ontgonnen bos' (ongetwijfeld van het enorme Zoniënwoud destijds). De geur die hier hangt is eerder die van verbrande benzine, afkomstig van het drukke autoverkeer van de Vorstlaan, die vlakbij loopt. Het Ten Reukenpark werd trouwens tesamen met de Vorstlaan aangelegd, tijdens de eerste jaren van de 20ste eeuw. Dit park is dus meer dan een halve eeuw ouder dan het Senypark. Dit is nog een typisch landschapspark, ontwikkeld rond een langgerekte vijver die haast tweederde van de parkoppervlakte in neemt. Op een paar plaatsen werden kunstmatige rotspartijen aangebracht destijds en er is een watervalletje waar vroeger een watermolen was. Je komt langs het kunstwerk 'de boog' (J.F Diord), gemaakt uit Afrikaans hardhout in 1999. Je herkent er door de spiegeling zeker ook een watermolenrad in, een verwijzing naar de tijd dat ook hier op de Woluwe een watermolen in bedrijf was. De Woluwe voedt trouwens de grote vijver. Ecologisch is de vijver vooral interessant voor de vele soorten vleermuizen die hier bij valavond aktief worden. Mogelijk vormen de vele oude bomen met holle stammen als geschikt habitat een verklaring voor hun aanwezigheid.

PictographWaypoint Altitude 0 ft

15 Pinnebeekpoel

Als je vlak voor het trappenpad even 40 meter naar links uitwijkt over de JF Leemanslaan, dan kan je kennismaken met het allerkleinste natuurreservaat van het Brussels Gewest. Het natuurgebied 'Pinnebeekpoel' is amper 0,3 ha groot. De benaming 'Pinnebeek' is dan wel oud, de link met dit vijvertje is eigenlijk niet zo oud. Dit poeltje is ontstaan door de de ophoping voor de aanleg en van de Leemanslaan rond 1956, wat de waterafstroming uit het bos hier blokkeerde. De poel diende lange tijd als illegaal stort voor de bewoners in de omgeving en door decennia bladerenval slibde de poel stilaan dicht. Leefmilieu Brussel nam in de jaren 1990 het initiatief om de poel weer uit te diepen en te herstellen. Er leven een aantal kikkersoorten in en 3 salamandersoorten.

PictographWaypoint Altitude 0 ft

16 Vijvers van Bosvoorde

Ook deze vijvers worden gevoed door de Woluwebeek, die een samenvloeiing is van verschillende beken die uit het Zoniënwoud afvloeien. De vijvers hebben altijd bestaan hier, er zijn in de omgeving belangrijke sporen van een grote versterking uit 4400 - 3500 v/C. De naam van het pad dat aangelegd werd voor De Groene Wandeling, de Vuursteenweg, verwijst hier trouwens naar. (Meer hierover tijdens de volgende etappe, want we zullen dan dwars dat gebied uit het neolithicum lopen.) En ook hier was tussen de 13de en eind 19de eeuw een watermolen in bedrijf, vandaar dat de vijver ook eeuwenlang bekend stond als de Molenvijver. Leopold II kocht met geld uit zijn privéstaat Congo de vijvers en het groen rond de vijvers persoonlijk op eind 19de eeuw. Het paste in zijn plannen van grote boulevards en landschapsparken voor het Brusselse, waarbij hij zelf nogal het voortouw nam bij de uittekening van zijn urbane plannen. Rond zijn dood werden de meeste van zijn vastgoed en landareaal ondergebracht in de stichting Koninklijke Schenking, die tot vandaag nog officieel eigenaar is van de vijvers van Bosvoorde. De Vorsterielaan, die we oversteken om de grote vijver te bereiken, werd aangelegd rond 1957. Daarvoor werd een deel van de westelijke vijverzijde gedempt en daar bevonden zich ook talrijke etablissementen met terrassen die over de vijver keken, populaire plekken bij de Brusselaars tijdens een zondags uitje. Ze moesten bijna allemaal wijken voor de aanleg van de Vorsterielaan, die de te smalle Terhulpsesteenweg moest ontlasten van toemenend verkeer.

Comments

    You can or this trail